Vind je jezelf een kunstenaar of moeten andere mensen vinden dat je een kunstenaar bent? Is er überhaupt wel iets zinnigs over kunst te zeggen?

PVV

Het lijkt wel alsof een kunstenaar nooit tevreden is met zijn eigen werk. Het is het specifieke beeld of de originele gedachte, zijnde het resultaat van een, per definitie, uiterst individuele perceptie van de werkelijkheid, die de kunstenaar vol bezieling en enthousiasme aan het werk zet.
In het verlengde van het beeld ligt dan het creatieve proces dat dat beeld wil kopiëren of, op zijn minst, wil uitdrukken. Na de bezieling die het creatieve proces vorm moet geven volgt het resultaat van datzelfde proces. En dat stelt bijna altijd teleur. De daadwerkelijke concretisering van kunstzinnige ideeën eindigt meestentijds in onvolkomenheid. Dat is het tragische lot van de kunstenaar. Een kunstenaar is nooit tevreden met de uitkomst van zijn kunst. Een kunstenaar probeert bepaalde facetten van de hem omringende werkelijkheid dusdanig te internaliseren dat hij middels een uiterst individueel creatief proces zijn beoogde delen van die werkelijkheid in beeld of taal kan herscheppen. Let wel, mensen, onder die werkelijkheid dient zeer specifiek ook begrepen te worden de roerselen van de eigen getormenteerde ziel.
Uitdrukking van gedachten (inclusief die zielenroerselen dus) en van beelden in concrete schrijvende of beeldende kunst lijkt altijd tot mislukken gedoemd.
Het blijft dus behelpen en hopen op betere resultaten.

Het beschrijven van wat kunst nu eigenlijk is, is een ondoenlijke zaak. Misschien is het wel onmogelijk om het begrip kunst op een adequate en alles omvattende wijze te definiëren. Voor mij is, in ieder geval, het maximaal haalbare in deze, een omschrijving te geven van wat ikzelf onder kunst versta. Dus een sterk subjectieve omschrijving. Eigenlijk mijn uiterst individuele perceptie van dat gedeelte van mijn werkelijkheid dat te maken heeft met zoiets vaags als “de esthetiek”.Ik vind dat echte kunst ALTIJD authentiek en origineel moet zijn en dat de kunstuiting altijd als een diep gevoelde behoefte helemaal uit de schatkamer van de kunstenaarsziel dient te komen.

Zo bespeel ik op een gebrekkige manier de gitaar en zing daarbij vol levenslust de liedjes van anderen na. Ik vind dat dus geen kunst. Het is leuk. Dat wel natuurlijk. Maar het is geen kunst. Ik maak ook gedichten en ik schrijf verhalen. Het zijn slechte gedichten omdat ik het ware  talent mis om echt goede gedichten te maken. Maar deze slechte gedichten vind ik zelf nou net wel kunst omdat ze over voor mij zeer gewichtige onderwerpen gaan, omdat ik, heel ouderwets, de gedichten nog laat rijmen en omdat ze absoluut authentiek zijn. De gedichten ontspruiten helemaal aan mijn eigen ziekelijke brein en zijn meestentijds een weergave van mijn verborgen angsten en bijna altijd een galmende echo van mijn diepste gevoelens. Waaraan het mij echter ontbreekt is het echte talent, het vermogen om mijn authentieke gevoelsbeleving voor een ander te vertalen in originele en pakkende poëzie. Dus, langs de grillige meetlat van de “objectieve” esthetiek der buitenwereld gelegd, zijn mijn gedichten te genen dele als echte kunst aan te merken. En dat valt ook meteen op te maken uit de eerlijke, edoch spijkerharde vonnissen die door de zelfbenoemde rechters en experts over mijn dichtkunst worden geveld op geleide van diezelfde “objectieve” esthetische meetlat. Gelukkig schuilt voor mij het genoegen van het maken van poëzie  niet in de waardering die anderen voor mijn gedichten kunnen en willen opbrengen , maar in het genoegen dat ik beleef aan het creatieve proces als noodzakelijke voorwaarde om überhaupt tot het schrijven van poëzie te geraken. Ik houd van het geknutsel met de taal, het schuiven met zinnen, het bewaken van het ritme etc. Maar laat één van mijn eigen gedichten voor zichzelf spreken opdat u het zelf kunt beoordelen.

 

Als je niet dood wilt maar het toch gaat.

 

Gezeten op de rand van je trouwe bed
Dat in de kamer toch werd neergezet
Omdat je echt niet meer kunt lopen
omdat je al lang niet meer mag hopen

Dat je gaat herstellen van het leed
Dat lijden aan het leven heet

 

Kunst vind ik dus de aller individueelste expressie van de aller individueelste gedachte. Ik doe het voor mijzelf en voor niemand anders. Ik vind het leuk om te doen. Het schenkt mij bevrediging en dat is voor mij de mooiste beloning die ik me kan voorstellen. En het leuke is dat je er niemand anders voor nodig hebt. Natuurlijk is waardering van anderen leuk. Het streelt je ego. Maar het is voor mij absolute bijzaak.

En als ik het maar vaak genoeg schrijf dan weet ik zeker dat er een dag komt dat ik er zelf nog  in ga geloven ook!!!

8 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized

8 Reacties op “Vind je jezelf een kunstenaar of moeten andere mensen vinden dat je een kunstenaar bent? Is er überhaupt wel iets zinnigs over kunst te zeggen?

  1. Onzin verhaal. U vertolkt typisch de Dagblad Telegraaf opvattingen over de kunsten. Het is altijd weer even opmerkelijk dat academisch geschool den menen overal verstand van te hebben vanuit een grotee minachting voor andere disciplines. Bij komt geen academicus binnen. Uit principe.

  2. Beste Fred,

    Verklaar U nader. Het handelt toch te allen tijde om het genoegen dat men zelf schept in zijn eigen creatieve proces. Dat dient toch voorop te staan! En als het volk het dan ook nog eens mooi, aardig of leuk vindt dan is dat mooi meegenomen. Voor de kunstenaar die met zijn kunst in zijn onderhoud dient te voorzien ligt het anders. Die heeft te maken met commerciële factoren. Hij heeft te maken met de smaak van het volk. Hij moet zorgen dat er brood op de plank komt. Een echte kunstenaar mag van geluk spreken als zijn eigen absoluut authentieke en uit zijn kunstenaarsziel getrokken producten aanslaan bij een groot publiek. Zijn kostje is dan gekocht. Maar heb je als kunstenaar de pech dat jouw kunst niet aanslaat dan ben je welhaast gedwongen om ergens anders je brood mee te gaan verdienen. Dat is tragisch, maar niet onoverkomelijk. Men dient zich dan tevreden te stellen met de geneugten van het creatieve proces.
    Natuurlijk heb je ook de hele grote groep kunstenaars die zich op volstrekt natuurlijke wijze verenigt met de smaak van het volk. Zij zijn zelf het volk. Zij vinden het leuk om te maken wat het volk mooi vindt. Zij zitten in de mainstream en maken naar mijn mening per definitie geen bijster authentieke en originele kunst. Maar ieder zijn meug, zei mijn oude oma reeds.

    Wat ik zelf kunst vind, is voor mij gelukkig wel duidelijk, maar ik kan niet voor anderen spreken. Ik pretendeer niet dat ik een algemeen geldende definitie van wat kunst is, kan opstellen. En dat wil ook niet. Laat mij mijn ding maar doen.

    De Telegraaf komt bij mij de deur niet in, net als er bij u geen academicus binnen mag komen. Ik weet dus niet wat de Telegraafopvatting over kunst is. En eerlijk gezegd interesseert me dat ook geen moer.
    Ik vind kunst zo’n beetje de belangrijkste factor in mijn leven, Maar ik maak zelf uit wat kunst is. En daar hoef je, mijns inziens, geen academicus voor te zijn.
    Groet. En een aanmoediging van mijn kant om met uw eigen kunst door te gaan, te persisteren in uw eigenzinnige blik op de werkelijkheid en ons nog lang te laten genieten van uw hilarische verhalen.

  3. REACTIE OPZIENBAAREND en mild van toon. Kom daar maar eens om bij de gemiddelde weblogger! En dat…nou dat siert U! Ik kom nog terug op je stuk en reactie. Weet niet of ik vandaag en morgen tijd kan vrij maken.

    • Hierbij mij vaste overtuiging te niet doende dat Mevr. Dr. R. v. M. en haar zeldzaam creatieve partner drs. Frits M. wel over de vloer kunnen komen na een door mij gewenste afwezigheid van een 14 jaar waarin de hierboven genoemden mijn belangstelling niet mochten smaken en zelfs een zeldzame onverschilligheid mijnerzijds de beide academicic mocht ten deel vallen.
      Wij zien in deze handelwijze hoe de mens achter kunstenaar, ik dus bij deze, altijd weer genegen is als goed gelovig gristen zijn visie bij te stellen en een toonbeeld van barmhartigheid te wezen opdat wij niet alleen den ander tot een hand en een voet kunnen wezen maar ook liefdevol zullen om armen en in mijn need’rige stulp met 14 kamers te ontvangen alwaar niet op een keil meer of minder wordt gekeken, want het voornaamste punt dat tot aanbeveling strekt is het kubieke volume dat de gemiddelde academicus aan wijnen en bieren kan verstouwen.

  4. Voor een visiie op de kunsten en aanverwanten mag ik verwijzen naar Moddern Art and the death of a culture, van H.R.Rookmaaker, voorts werken van o.a. Gombrich, Panofsky, Anna Tilroe, Riki Simons,,

  5. Het siert de kunstenaar en met name de mens achter de kunstenaar als hij op zijn schreden wil terugkeren en eens verstoten academici weer in zijn nederige stulpje wenst te onthalen op bier en wijn. Het toont eens te meer hoe groot en ruimhartig een kunstenaar kan zijn.
    Ik ga nu op zoek naar het werk van heer Rookmaaker.
    Groet.

  6. H R Rookmaaker tot aan zijn 56-e hoogleraar kunsthistorie aaan de VU. Om zijn boek beroemder in de VS dan in Nederland. Enkele keren gesproken tussen 1975 en 1976. Het accordeerde niet bepaald. Enige tijd bevriend met aantal van zijn doctoraal studenten, alsmede een relatie van Rookmaaker, de kunstpromotor drs. H. van S. min of meer mee bevriend van 1976 -1996, mij te gereformeerd en onbetrouwbaar, dus relatie per brief opgezegd. .

  7. Kunst is hoogst zinvolle onzinnigheid.

Geef een reactie op reinjohn Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.