Maandelijks archief: maart 2016

Neemt gebruik van geweld af? “The Better Angels of Our Nature”

 

Better Angels. Cover boek Pinker.  2016

Inleiding.

Eerst maar eens wat chaotische filosofie van de koude grond! Een en ander bijna onvermijdelijk veroorzaakt door mijn nadenken over de geschiedenis van het gebruik van geweld.

Mijn antwoord op de vraag of geweld, in de loop van de tijd gemeten, al dan niet afneemt of toeneemt is afhankelijk van de door mij gepercipieerde werkelijkheid dienaangaande. Maar bestaat er zoiets als een objectieve werkelijkheid? Bestaat er wel een werkelijkheid die helemaal los staat van de menselijke waarneming?

Naar mijn mening is het beeld dat wij van de werkelijkheid verkrijgen altijd gebaseerd op louter individuele perceptie. Het lijkt mij voor de hand liggend en wetenschappelijk (dus volgens de logica) verdedigbaar dat er in feite geen echte objectieve werkelijkheid bestaat en dat, wat wij ‘de objectieve werkelijkheid’ noemen, eigenlijk de som is van ongeveer 7 miljard individuele percepties. Mijn individuele perceptie van de werkelijkheid (de absolute werkelijkheid dus, want er kan voor mij per definitie geen andere werkelijkheid bestaan) wordt geconstitueerd en geschraagd door mijn overerfde genetische blauwdruk, waarvan de potentie zich realiseert door middel van externe prikkels, door de invloed van mijn directe en indirecte leefomgeving.

Directe en indirecte communicatie met anderen leert mij dat de door hen gepercipieerde werkelijkheid soms dicht bij mijn eigen werkelijkheid ligt, maar er soms ook mijlenver van verwijderd is. De rede kan orde scheppen in de chaos van die ongeveer 7 miljard individuele percepties. De rede is een evolutionair verworven hoedanigheid die ons helpt om onderling een, weliswaar illusoire, objectieve werkelijkheid af te spreken die in de praktijk voldoet om gezamenlijke uitspraken te doen over het reilen en zeilen van ons ruimte-tijdcontinuum. Deze, op de ratio gebaseerde, bouwstenen van logica en causaliteit noemen wij wetenschap. Als het om het definiëren van de werkelijkheid gaat sluit ik me voorlopig aan bij het gedachtegoed van Spinoza. Ik kan mijn werkelijkheid slechts echt doorgronden als ik gebruik maak van de rede, van de logica die ik in de natuurwetten besloten zie. De orde van de natuur is gerangschikt op basis van de rede, de logos.

In de “Ethica” gaat Spinoza uit van het begrip: SUBSTANTIE = het ene of oneindige dat onder en achter alle dingen is en alle “ZIJN” bevat en in zich verenigt Het is eeuwig, oneindig en volstrekt vanuit zichzelf bestaand. Spinoza stelt ‘substantie’ gelijk aan God of natuur. Voorlopig constateer ik dat er een ‘IK’ is en kennelijk ook een ‘Niet – IK’ die slechts door het ‘IK’ gekend kan worden. Uiteraard is het, filosofisch gezien, veel makkelijker om van een volstrekt buiten het ‘IK’ staande objectieve werkelijkheid uit te gaan. De meeste wetenschappers zijn dan ook overtuigde empiristen. Ik twijfel. Ik ben er nog niet uit.

Mijn persoonlijke perceptie is dat het gebruik van geweld door mensen om bepaalde doelen te bereiken steeds verder toeneemt. De nieuwsmedia, die ik vrij intensief volg, zijn daarvan de oorzaak. Zij berichten vrijwel uitsluitend over kommer en kwel. Goed nieuws is er niet of nauwelijks. Maar ik weet uit ervaring dat je met name op dat punt behoorlijk kritisch moet zijn. Hoe zit het nou echt? Ik was al voor mijzelf tot de conclusie gekomen dat een kritische houding eigenlijk onontbeerlijk is bij het consumeren van ‘nieuwsfeiten’. Goed nieuws is eigenlijk nooit echt nieuws. Als zaken goed gaan, dat wil zeggen als ze gaan zoals zij gemeenlijk behoren te gaan, vinden wij dit normaal en wat normaal is noemen wij geen nieuws. Slecht nieuws, dat wil zeggen nieuws over zaken die (bijna altijd op een negatieve manier) afwijken van het normale, is in feite dus echt nieuws. En echt nieuws betekent meestal hoge kijkcijfers en dus geld en invloed/macht.

In dat licht begon ik, enige jaren geleden, mijn perceptie over het constant toenemen van geweld kritisch te bekijken. Het was tijd om mijn perceptie te toetsen aan de perceptie van anderen, die het probleem veel rationeler, veel wetenschappelijker benaderden. En vrijwel meteen kwam ik uit bij meneer Steven Pinker en zijn boek “The Better Angels of Our Nature” , Allen Lane, an imprint of Penguin Books, 2011.

Steven Arthur Pinker, geboren op 18 september 1954 in Montreal, Canada, is hoogleraar aan de Harvard Universiteit. Hij is deskundig op het gebied van de evolutie-psychologie, de experimentele psychologie, de cognitieve wetenschap, linguistiek en de visuele cognitie. Beïnvloed o.m. door Noam Chomsky en Richard Dawkins. Hij schreef de volgende boeken: ‘How the mind works’, ‘The Blank Slate’, en de onderhavige dikke pil ‘The Better Angels of Our Nature’. Pinker is van joodse afkomst. Vader jurist/advocaat, moeder rector van een middelbare school. Hij is atheïst. Noch links, noch rechts, maar libertair. Wat dat betreft al een man naar mijn hart.

Pinker geeft in ‘The Better Angels of Our Nature’ een uitgebreide geschiedenis van het geweld en lardeert zijn verhaal met een massieve hoeveelheid aan statistieken en grafische voorstellingen.

De conclusie van Pinker is dat reeds gedurende lange tijdsperioden het gebruik van geweld afneemt. En hoogstwaarschijnlijk leven we nu met zijn allen in de meest vreedzame periode die onze soort ooit gekend heeft. De geweldafname was overigens niet regelmatig over de bestudeerde periode verdeeld en heeft zeker het nulpunt niet bereikt. Bovendien is er geen enkele garantie dat de relatief gestage afname van geweld in de toekomst zal voortduren. Wel is het een aanhoudende historische ontwikkeling die op verschillende wijzen zichtbaar is te maken op schalen van millennia tot enkele jaren en zich uitspreken over oorlogen, genociden, huiselijk geweld en de geweldadige behandeling van kinderen en dieren.

Steven Pinker noemt zes belangrijke terreinen waarop het geweld afnam en hij verklaart de directe aanleidingen door het noemen van de specifieke historische gebeurtenissen binnen het door hem behandelde tijdvak. Ook noemt hij de uiteindelijk dieper liggende oorzaken t.w. geo-historische krachten die een wisselwerking vertonen met de hersenfuncties van de mens die verantwoordelijk zijn voor geweld en geweldloosheid.

Het proces van Pacificatie.

In prehistorische tijden tot zo’n zesduizend jaar geleden, leefden de mensen in een toestand van anarchie zonder enige vorm van centraal bestuur. Hoe zag het leven van de mens eruit in die natuurlijke staat? Thomas Hobbes (1651) beschreef het als volgt: In afzondering, akelig, wreed en kort. Een eeuw later schreef Jean Jaques Rousseau: Niets kan lieflijker zijn dan de mens in zijn natuurlijke staat. Natuurlijk wisten beide Heren totaal niet wat het was om in een natuurlijke staat te leven. Tegenwoordig weten we meer via de forensische archeologie en kunnen we de vraag stellen welk deel van de prehistorische skeletten sporen van gewelddadige trauma’s vertonen. Daarbij blijkt dat 15% van de skeletten sporen vertonen van fatale gewelddadige trauma’s. Het cijfer voor de totale wereld in de twintigste eeuw bedraagt 3% en dan is werkelijk alles meegenomen wat met geweld samenhangt (ziekten, genociden, hongersnoden etc.)

Een andere betrouwbare bron is de etnografische bevolkingsstatistiek afkomstig van antropologen en etnografen die onder de contemporaine populaties van jager-verzamelaars etc leefden (Nieuw Guinea, Amazonegebied enz. ). Zij stelden vast dat op de 100.000 mensen 520 personen omkwamen door oorlogsgeweld. Vergeleken met de rest van de wereld is dat heel erg hoog (Duitsland in de twintigste eeuw: 144, Rusland in de twintigste eeuw: 135, Japan in de twintigste eeuw: 27, het gemiddelde voor de (statelijke) wereld: 60)

Uit deze cijfers kan men concluderen dat Hobbes gelijk had en dat Rousseau de zaken iets te romantisch voorstelde.

De directe oorzaak van de daling van geweld is het ontstaan van staten. De overheid stelt zich op tussen ruziemakende burgers. Hierover later meer.

Het Civilisatieproces. Het aantal moorden daalt met het verlopen van de tijd spectaculair. Zie daartoe de grafieken van Pinker. De term ‘Civilisatieproces’ leende Pinker van Norbert Elias, de beroemde Duitse socioloog. Voor het toenemen van de beschaving kunnen veel redenen worden aangewezen. Natuurlijk het ontstaan van Natie-staten met de ontwikkeling van strafrecht ( ‘The King’s Justice’ ), maar ook de infrastructuur van de handel werd veel omvattender. Geld en contracten kregen een steeds belangrijker rol. De transportmogelijkheden verbeterden aanzienlijk. Er was sprake van een ontwikkeling van het zgn zero-sum plunder ( er is er een die alles wint en de rest verliest) naar het zgn. positive-sum trade ( de bekende win-win situatie).

De Humanitaire Revolutie. Aanvankelijk werd het recht nog gehandhaafd middels vaak afschuwelijke martelpraktijken. Deze martelingen worden na verloop van de tijd allemaal afgeschaft. De gerechtelijke martelingen (grafiek), de doodstraf voor niet dodelijk misdaden, de doodstraf in Europa, de doodstraf in de VS, verdwijnen (grafiek). Ook andere wrede en onbeschaafde zaken verdwijnen langzamerhand, zoals heksenjacht, godsdienstvervolgingen, duelleren, de zgn. bloedsporten (sporten waarbij bloed vloeit), speciale gevangenissen voor schuldenaren, slavernij (voor Nederland in 1863 als een van de laatste Europese landen)

Directe aanleidingen tot de humanitaire revolutie zijn de uitvinding van de boekdrukkunst en de toenemende alfabetisering (De Verlichting, de bevolking is in toenemende mate geletterd waardoor kennis kan worden genomen van allerlei zaken en waardoor bijgeloof verdwijnt geleidelijk), maar ook de cosmopolitisering is belangrijk waardoor mensen meer inlevingsvermogen, meer empathie ontwikkelen en minder wreed worden.

De Lange en Nieuwe Vrede. Was de twintigste eeuw wel de meest gewelddadige eeuw? De meeste mensen die zulks beweren komen nooit met cijfers of grafieken van andere eeuwen. De zgn. vreedzame 19e eeuw kende immers ook zeer veel geweld en ellende. Zonder twijfel was de tweede wereldoorlog in absolute cijfers de meest dodelijke, maar zeker niet in relatieve cijfers ( zie daarvoor de desbetreffende grafieken )

De lange vrede wordt gekenmerkt door een, historisch gezien, nog nooit eerder voorgekomen daling in het aantal oorlogen tussen natie-staten.

Vanaf 1946 waren er geen oorlogen tussen de VS en de USSR (bijna iedereen ging ervan uit dat dit wel zou gebeuren), er werden geen nucleaire wapens gebruikt, er vonden sinds 1953 geen oorlogen meer plaats tussen de zgn. grootmachten (toen VS, USSR/Rusland, Engeland, Frankrijk, China), er waren geen oorlogen tussen West-Europese landen (voor 1945 gemiddeld twee oorlogen per jaar gedurende 600 jaar) en er vonden na 1946 geen oorlogen meer plaats tussen zgn. ontwikkelde landen ( 40 landen met het hoogste BNP per capita).

Wel waren er sinds 1946 meer burgeroorlogen en geïnternationaliseerde burgeroorlogen. Er waren veel onlangs onafhankelijk geworden staten (vooral in Afrika) met onbekwame regeringen die het moeste opnemen tegen opstandige bewegingen. Burgeroorlogen, echter, veroorzaakten wel beduidend minder oorlogsdoden dan oorlogen tussen natie-staten ( Grafieken ).

Wat zijn de dieper liggende oorzaken van de Lange en de Nieuwe Vrede.

Immanuel Kant beweerde in “Perpetual Peace” in 1795 dat er drie factoren zijn die bestuurders ontmoedigen om oorlog te voeren t.w. democratie, handel en een internationale gemeenschap. Onderzoekers Bruce Russett en John Oneal deden dienaangaande onderzoek en constateerden dat al de drie genoemde factoren in de tweede helft van de twintigste eeuw veel belangrijker zijn geworden. Zij hebben immens aan invloed gewonnen. Deze factoren zijn zekere statistische voorspellers van vrede, uiteraard bij verder gelijk blijvende omstandigheden.

De “Rechten” – Revolutie. Ook liet de tweede helft van de twintigste eeuw een enorme vooruitgang zien in het wettelijk bevestigen van de rechten van vele minderheidsgroeperingen. Emancipatie van de zwarte burger middels de wet op de burgerrechten in de VS, de emancipatie van vrouwen binnen grote groepen van de wereldbevolking, de gelijkberechtiging van de homoseksuele medemens, sterke afname van huiselijk geweld, bevestiging van de rechten van het kind, de bescherming van dieren, etc. etc. (grafieken).

Waarom is het gebruik van geweld in de loop van de tijd zo sterk afgenomen?

Een mogelijkheid zou kunnen zijn dat de aard van de mens, zijn genetische hoedanigheid, mettertijd is veranderd. De mensen zouden hun biologische neigingen aangaande het gebruik van geweld kunnen zijn kwijtgeraakt.

Pinker acht dit zeer onwaarschijnlijk! En hij geeft duidelijk aan waarom hij dat vindt (de tijdsspanne voor genetische verandering is tekort! Bovendien zijn in de natuur/de aard van de contemporaine mens voldoende aanwijzingen te vinden voor het onveranderd en onverminderd aanwezig zijn van de drang tot geweld).

Wat ligt dan meer voor de hand?

Gesteld dient te worden dat onze menselijke natuur altijd al gebaseerd is geweest op combinaties van hersenfuncties die ons naar geweld doen neigen, maar net zo goed op systemen die ons weerhouden van het gebruik van geweld. Bepaalde historische omstandigheden bevorderen in toenemende mate de combinatie van hersenfuncties die ons weerhouden van geweld.

Uitgebreid onderzoek van de hersenfuncties wijst uit dat er niet één enkel systeem is aan te wijzen dat exclusief verantwoordelijk zou zijn voor het plegen van geweld of voor geweldloosheid.

Wij kunnen vijf bronnen voor menselijk geweld aanwijzen en vier voor geweldloosheid.

Pinker noemt voor elk de evolutionaire functie en de meest prominente neurologische substraten (die noem ik hier niet. Ik vind ze te specialistisch en te gedetailleerd) .

We onderscheiden m.b.t. Geweldpleging verschillende soorten geweld: woede, dominantie, wraak (moralistisch geweld), instrumenteel geweld en utopische Ideologieën.

Woede: primitief antwoord op pijn, angst en frustratie. De functie is het neutraliseren van een onmiddellijke dreiging.

Dominantie: de confrontatie tussen dieren om hun relatieve kracht/machtspositie vast te stellen. De zwakkere druipt af. De functie is dat beide kanten de nadelige gevolgen van een conflict kunnen vermijden. Bij individuen zien we het fenomeen van het ‘Alfa-mannetje’, bij groepen zien we het gedrag dat hoort bij het bevestigen van de etnische, raciale, nationale of religieuze suprematie.

Wraak (moralistisch geweld): Vergelding na het toebrengen van letsel en/of schade. Het gevoel dat vergelding gerechtvaardigd is, ja zelfs, verplicht is. De functie is duidelijk. Het dient als afschrikking voor de veroorzaker van letsel en/of schade en voor degenen die bij hem horen. Leuk om te weten is dat gevoelens van wraak uit dezelfde hersengebieden afkomstig zijn als het verlangen naar seks en het hunkeren naar chocolade. ‘Mijn wraak is zoet’. Ja mensen, het zit allemaal eenvoudiger in elkaar dan we soms geneigd zijn te denken.

Instrumenteel geweld: Gebruik van geweld als een middel om een bepaald doel te bereiken. Voorbeelden zijn: roof, plundering, verovering, verkrachting, uitschakeling van rivalen, preventieve verwijdering van dreigingen. Functie is zelfverrijking, lustbevrediging/machtswellust, veiligheid bevorderen.

Utopische ideologieën: het gedeelde geloof in een toekomstige wereld die voor altijd oneindig goed zal zijn voor iedereen. Dit soort krankzinnigheid zien we veel bij: militante en agressieve fundamentalistische religies, nationalisme, communisme, fascisme etc. Het rechtvaardigt het gebruik van geweld na een kosten-baten analyse. En als de doelen oneindig goed zijn dan mogen de toe te passen middelen op arbitraire wijze gewelddadig zijn en zijn de opponenten natuurlijk op volstrekt arbitraire wijze slecht. Dit alles onder het komische motto: ‘Je kunt geen omelet bakken zonder de eieren te breken’. Met dit verschil dat mensen geen eieren zijn!! Hier zien we niet zozeer neurale systemen aan het werk als wel sociale netwerken die in de ban zijn van de totale en ultieme waanzin en zich bedienen van hersenspoeling, nihilistisch conformisme, en intimidatie. Eea ligt meer op het terrein van de sociologie, de politicologie en alles wat dies meer zij. Hoedt u dus voor de machinaties en kwaadaardige influisteringen van religieuze fundamentalisten en seculiere terroristen.

Maar wat kunnen we aan alle bovengenoemde ellende doen? En zie, daar verschijnen onze ‘Better Angels’. Vier in getal.

Het zijn: Zelfbeheersing, Empathie, Moreel besef en de Rede.

Zelfbeheersing: het anticiperen op de consequenties van gedrag en het beheersen van gewelddadige impulsen.

Empathie: hier zijn verschillende soorten empathie te onderscheiden.

Namelijk: sensomotorische projectie, het gedachten-lezen-fenomeen, de emotionele besmetting, de meevoelende betrokkenheid. De laatste is de belangrijkste t.w. het voelen van andermans pijn. De functie is het hechten van de moeder en haar nakroost, haar naasten, vrienden en bondgenoten. We hebben het hier over het begrip sympathie. Sympathie is geen automatische zaak, het is geen neurologische reflex. Sympathie kan aan en af gezet worden!! Het wordt getriggerd door: verwantschap, gelijkenis, solidariteit en schattigheid. Dit heeft allemaal te maken met de afscheiding van het hormoon oxytocine.

Moreel besef: Dit heeft alles te maken met waarden, normen, taboe’s en wat al niet. Het gaat over tribalisme, gezag, zuiverheid, rechtvaardigheid.

De Rede, de Ratio: de objectieve, onbevooroordeelde analyse. En dit heeft alles te maken met de kennis en de taal.

Het is uitermate belangrijk om uit te vinden welke historische ontwikkelingen onze ‘Better Angels’ bevorderen dan wel voor het voetlicht brengen. Pinker noemt vier factoren.

Als eerste kan verwezen worden naar het begrip dat door Thomas Hobbes werd bedacht, te weten ‘The Leviathan’. Van groot belang voor het bevorderen van onze ‘Better Angels’ is het ontstaan van de natie-staat voorzien van een gerechtelijk systeem met het monopolie op de zwaardmacht. Zo’n staat kan: – de aanleiding of de stimulans voor een op roof gerichte aanval voorkomen of neutraliseren, – de behoefte aan in bezitneming vooraf, aan afschrikking en wraak verminderen, – de uit eigenbelang voortspruitende vooringenomenheid omzeilen, verminderen of doen verdwijnen. Beide belligerenten zijn er namelijk altijd vast van overtuigd dat de aanvallen van hun tegenstanders als onuitgelokte agressie zijn te betitelen en dat hun eigen agressie, hun eigen aanvallen, zijn te scharen onder de noemer van de gerechtvaardigde vergelding. Zo’n houding kan leiden tot een schier onomkeerbare neerwaartse spiraal van steeds verder toenemend geweld. Door tussenkomst van de staat kan een dergelijke vicieuze cirkel worden doorbroken.

Als tweede is er de ontwikkeling van de ‘Gentle Commerce’, de zachte handel. De theorie van de reeds eerder genoemde ‘Gentle Commerce’ voert ons terug naar de uitspraken dat – plundering en roof is een zero-sum game, hetgeen wil zeggen dat er sprake is van een situatie waarbij de belangen van beide partijen recht tegenover elkaar staan. De volledige winst van de een is het ultieme verlies van de ander, daarentegen is handel een positive-sum game waarbij iedereen wint en iedereen dus in principe tevreden is. Wij noemen dat een win-win-situatie. Door verbetering van allerlei technieken werden de mogelijkheden voor de handel immens veel groter. Er konden grotere afstanden overbrugd worden, er raakten steeds grotere groepen mensen bij betrokken en de prijzen konden steeds verder dalen en de welvaart steeds meer toenemen. Uiteindelijk blijkt het veel meer profijtelijk te zijn om goederen te kopen dan om ze te stelen.

Als derde is er de steeds meer uitbreidende cirkel van menselijke sympathie.

De cirkel van menselijke sympathie is elastisch, rekbaar (met behulp van het reeds eerder genoemde oxytocine-systeem dat zijn benevolente werk doet in onze hersenen). Aanvankelijk waren wij, bij gebrek aan aanwezigheid van anderen, slechts in staat om onze sympathie alleen maar aan een kleine kring van familie, naaste vrienden en bondgenoten te geven. Maar in de loop van de geschiedenis is die cirkel steeds groter geworden. Eerst was er slechts het dorp, vervolgens de clan, de gehele stam, de natie, andere rassen, beide seksen, de kinderen, andere soorten etc. De cirkel van mensen en wezens waarvoor we sympathie konden voelen werd dus door allerlei ontwikkelingen groter en groter. Maar wat waren nu precies die ontwikkelingen? Als eerste kan gesteld worden dat de kosmopolitische factor steeds groter werd door reizen en het verleggen van de horizon die met dat reizen samenhangt, er ontstond historisch besef, besef van de oorsprong van het eigen verleden en de groei naar de eigen situatie, literatuur en drama gingen een steeds grotere rol spelen in het dagelijkse leven, waardoor men zich als het ware vanzelf beter en meer kon gaan verplaatsen in de situatie van anderen, de journalistiek nam een grote vlucht waardoor men in toenemende mate geconfronteerd werd met totaal andere mensen en groepen, en met nieuws uit volslagen andere werelden.

Het zal duidelijk zijn dat wanneer men meer en meer in staat wordt gesteld zich het perspectief van echte en/of fictieve personen eigen te maken, de geest meer open komt te staan voor het vreemde, dit altijd zal resulteren in meer sympathie voor de medemens.

Als vierde factor kan ‘de Roltrap van de Rede’ genoemd worden. De rede gaat in de loop der tijd een steeds belangrijker plaats in nemen. Oorzaak van deze toename is ongetwijfeld de enorme toename van de geletterdheid. Door deze toename, door veel betere scholing, door intensiever wordend publiek debat etc.etc. was men steeds beter in staat om abstract te denken, beter te veralgemeniseren. Hierdoor kon men boven de eigen bekrompen gezichtspunten uitgroeien en leerde men te relativeren, waardoor het steeds moeilijker werd om consequent en blindelings je eigen belang boven dat van anderen te blijven stellen. Men geraakte ook steeds beter mentaal toegerust om de nutteloosheid van al die nihilistische en destructieve cycli te herkennen en erkennen. Door deze ontwikkelingen ging men geweld langzamerhand steeds meer als een probleem zien dat om een oplossing vroeg dan als een soort wedstrijd die gewonnen moest worden.

Er is bewijs voorhanden dat uitwijst dat het vermogen om abstract te redeneren (IQ) enorm is toegenomen. Wij noemen dat het Flynn-effect. Het gemiddelde IQ neemt per decade zo ongeveer drie procentpunten toe. (grafiek).

Daarbij komt ook dat, – mensen en groepen mensen met een hogere opleiding en een gemeten hogere intelligentie gemiddeld a. minder geweldmisdaden plegen, b. meer bereid zijn om mee te doen in bepaalde experimentele situaties (wat ik me hierbij moet voorstellen is me nog niet goed duidelijk), c. een meer liberale houding hebben inzake b.v. verzet tegen racisme, gelijkheid voor de homoseksuele medemens, vreemde culturen en de mensen die daarbij horen, d. meer ontvankelijk zijn voor democratie en democratische waarden. Onderzoek uit 2008 van Herbert Rindermann.

Waarom wijzen zoveel krachten in dezelfde richting?

Steven Pinker gelooft niet in religieuze, Hegeliaanse of occulte krachten of welke mystieke kracht dan ook.

Hij vergelijkt de ontwikkelingen met de beginselen van de speltheorie.

Geweld, zo schrijft hij, is in principe een sociaal dilemma.

geweld is verleidelijk voor de agressor, maar ruïneus voor het slachtoffer. Relatief wordt er altijd meer schade en ellende toegebracht aan het slachtoffer, dan dat het winst geeft voor de agressor.

Agressoren en slachtoffers kunnen op termijn bij wisselende omstandigheden van positie moeten wisselen.

De agressor wordt slachtoffer en het slachtoffer verandert in agressor.

Iedereen zou zowel materieel als mentaal beter af zijn wanneer geweld als oplossing voor problemen consequent zou worden afgewezen. De ratio zou zo moeten werken dat het onze, voortdurend op de loer liggende, emotionele geweld-impulsen kanaliseert en omzet in een vreedzame probleemoplossende dynamiek. We spreken hier van een zogenaamde win-win-situatie.

De vier hiervoor genoemde historische ontwikkelingen (het ontstaan van natie-staten, de ‘Gentle Commerce’ , de elastische cirkel van menselijke sympathie/empathie, de ratio/geletterdheid) hebben ervoor gezorgd dat de materiële, emotionele en cognitieve motieven van alle betrokken partijen en groepen om het gebruik van geweld te vermijden, enorm zijn toegenomen.

Kritiek op de conclusies van Steven Pinker.

 

Veel te veel statistieken en grafische voorstellingen. Methodiek? Interpretatie en afwegingen? Appels met peren vergelijken!!!! Soms zijn er teveel gegevens en zie je door de bomen het bos niet meer, dan weer zijn er te weinig gegevens om een solide wetenschappelijke uitspraak op te baseren. Lijkt mij tenminste. Ik heb liever een duidelijk talig verhaal zonder die hele pseudowetenschappelijke cijferbrij. Ik mis zelf de deskundigheid en de mogelijkheden om een en ander te verifiëren en te toetsen. Dus laat die cijferbrij maar weg zou ik zeggen.

De rol van de religie. Nergens lees ik iets over de, mijns inziens, best wel belangrijke rol van de religie in deze hele ontwikkeling. Religie is immers neurologisch te duiden, heeft een specifieke plek in bepaalde hersenfunctie-systemen (Zie ‘Why god won’t go away’ van Andrew Newberg, M.D., Eugene D’Aquili, M.D., Ph. D. and Vince Rause)

Het onderwerp is te groot, te veelomvattend. Mijns inziens is het boek te dik. Wellicht ware het beter geweest om het geheel multidisciplinair te benaderen. Er zijn nu teveel specialismen in een hand verenigd.

Ik vind de conclusies van Pinker te eenzijdig en veel te optimistisch. Er ligt te weinig nadruk op het cyclische patroon van ‘beschavingen’. Bovendien vind ik zelf dat alles er helemaal niet beter op wordt en dat alles er helemaal niet zo fijn en prachtig uitziet. Het hoogtepunt van onze Westerse cultuur ligt waarschijnlijk tussen 1950 en 2000 AD. Vanaf het eerste decennium in 2000 gaat het, volgens mij, eigenlijk vrij snel bergafwaarts met de ethiek, de welvaart en het welzijn. We komen kennelijk langzaam in de a-vitale decadente fase van onze ‘Beschaving’ terecht.  Ik constateer dat de onmachtige mens met open ogen zijn ondergang steeds sneller tegemoet treedt. Hij dreigt, in ieder geval hier in het Westen, kopje onder te gaan door een schrijnend tekort aan creativiteit en vindingrijkheid, door een volstrekt redeloze consumptieverslaving en door een chronisch gebrek aan zelfinzicht en zelfbeheersing. Het achterhaalde, egocentrische optimisme en het rare, volslagen ongegronde, vooruitgangsgeloof dat het boek van Pinker uitstraalt zie ik tegenwoordig vooral terug bij de grote groep oppervlakkige, super materialistische en vrij agressieve hedonisten die bij de waan van de dag leven en er een eer in stellen om geen idealen en geen visie op de toekomst te hebben. Bij de oude politiek dus. Dus bij onze politiek-economische elite eigenlijk. Bij al die ouderwetse mensen die nog steeds niet anders kunnen dan in termen van links of rechts denken. Bij mensen die gebukt gaan onder een anti-intellectueel conservatief wereldbeeld. Maar wat van dit alles nog het meest frustrerende is, is het feit dat voornoemd VVD-achtig, extreem nihilistisch, nep-optimisme het zoeken naar creatieve oplossingen voor de opdoemende problemen ernstig bemoeilijkt. De urgentie wordt niet gevoeld en ik ben bang dat men pas in beweging komt als men aan den lijve de problemen gaat ervaren die men in feite allang had moeten oplossen. En dan is het toch echt te laat.

Ik constateer dat het licht van morele en technische vooruitgang langzaam dooft in dit a-vitale en economisch-politiek conservatieve Avondland. En onze nakomelingen zullen het slachtoffer zijn van deze redeloze decadentie. De mens lijkt mij best tot veel goede en liefdevolle dingen in staat, maar voorwaarde is wel dat op korte termijn het conglomeraat van stroperige, conservatieve, destructieve, maar bovenal, harteloze krachten dat nu een duurzame en harmonieuze samenleving nog in de weg staat, zo snel mogelijk wordt opgeruimd.

1 reactie

Opgeslagen onder Uncategorized