Ja, een prachtig artikel, waarmee Marcel van Dam een realistisch beeld geeft van een aantal, in zijn ogen negatieve, ontwikkelingen die de afgelopen laatste vijftig jaar hebben geleid tot de samenleving waarin we nu moeten leven. Maar wat zijn nu de dieper liggende motieven onder die genoemde tien ontwikkelingen?
Vanaf de tijd dat de mens langzaam tot zelfbewustzijn kwam ging hij steeds beter beseffen dat hij een actor was in een toestand van voortdurende schaarste. De mens werd zich bewust van het feit dat hij een loeiende motor in zich bergt die hem voortstuwt langs de weg des levens. Die motor is de generator van een tomeloze energie dewelke de mens absoluut benodigt om de soort waartoe hij behoort te continueren. En zo ontwikkelt het biologische organisme dat zich mens noemt zich langs evolutionaire lijnen, net als alle andere, niet met zelfbewustzijn toegeruste organismen. Het geheel is onderhevig aan een uitzonderlijk vitale drift die langs de lineaire tijdlijn naar voren jaagt en alles in dit universum beheerst. Misschien wel een heel klein beetje te vergelijken met het “élan vital” van Henry Bergson. Een tomeloze drift die ten strijde trekt tegen de eeuwige enertie en het toeval van dit ruimte-tijdcontinuüm. Dit laatste gaat mij dan al weer veel te ver. De religieus/mystieke implicaties van deze redenering werp ik in het volste vertrouwen ver van mij!
Hoe het ook zij, de menselijke soort ontwikkelt zich in wisselwerking met zijn natuurlijke omgeving. In die evolutionaire ontwikkeling zijn een aantal factoren onontbeerlijk gebleken, te weten: de verzorgende factor (altruisme etc.), de factor “strijd” (concurrentie etc.) en de factor “samenwerken” (delen etc.).
Belangrijk wetenschappelijk werk werd hier verricht door Frans de Waal, met name zijn onderzoek binnen primatengemeenschappen naar conflictoplossing, verzoening, empathie en de evolutie van de moraliteit). Alle onderzoeksresultaten in deze staan open voor falcificatie en wetenschappelijke toetsing.
Nu terug naar onze samenleving. De belangrijkste ontwikkeling van de laatste vijftig jaar binnen onze westerse samenleving is de toenemende nadruk op de “strijd”. De pioniersgeest in de VS, het daaruit voortvloeiende economische model en de economische afhankelijkheid van Europa van de VS na de Tweede Wereldoorlog heeft er voor gezorgd dat wij ( en dan vooral de plaatselijke economische elite) meer en meer in de Amerikaanse “Way of Life” zijn gaan geloven. Het vooral de laatste dertig jaar aan invloed winnende neoliberalisme legt de nadruk vooral op de niets en niemand ontziende “strijd” van de een tegen de ander, die snoeiharde concurrentie die zo eigen is aan het vrijemarktdenken. Het walhalla van de egoïstische en zich oppermachtig wanende sterke mens die zich een weg kapt door de jungle van het menselijk bestaan met behulp van zijn hebzucht, machtswellust en bedrog. Zijn letterlijke wapens zijn de zgn. marketingtools, waarmede hij een commerciële wereld van illusie en bedrog creëert (“De trendy Lifestyle”) en hij sluipenderwijs de zwakke consument hersenspoelt waardoor deze verwordt tot een beklagenswaardige, kritiekloze verslaafde, die tot niets beters in staat is dan het wezenloos consummeren van wat hem wordt op zo’n perfide en verleidelijke wijze wordt voorgezet. Slechts weinigen weten aan de destructieve klauwen van deze commerciële perversie te ontsnappen.
Wat hier speelt is een evolutionair mechanisme. Het is de dynamiek van de angst. Het is de reflex die in ons reptielenbrein huist en die wij angst noemen. De existentiële angst voor de dood. De angst die zich openbaart in de vlucht-vechtreflex, De angst die zich openbaart in het buitenpropotioneel en dwangmatig verzamelen van aardse goederen. De angst die ten grondslag ligt aan het willen overcompenseren van onze onlustgevoelens. De angst die, zo gauw de gelegenheid zich voordoet, zich uit in schier pathologische materiële en egoïstische onmatigheid.
Echter, onlosmakelijk verbonden aan deze “primitieve” archaïsche reflexen is de van veel recentere tijden afkomstige ontwikkeling van de menselijke neocortex. (“De neocortex (Grieks: ????, néos=nieuw, Latijn: cortex=schors) is een deel van de hersenen dat bij zoogdieren voorkomt. Het bestaat uit de bovenste laag (2-4 mm dik) van de twee hersenhelften. De neocortex maakt deel uit van de cortex cerebri en is betrokken bij de hogere functies, zoals zintuigelijke waarneming, bewuste bewegingen en (bij mensen) redeneren, abstract denken en taal. De grijze stof bestaat uit cellichamen van neuronen en gliacellen, de witte stof uit zenuwuitlopers of axonen die met een myelinelaag zijn bedekt. Evolutionair gezien is de neocortex, overeenkomstig zijn naam het nieuwste deel van de cortex cerebri “).
Het verstand kan gebruikt worden om weerstand te bieden aan die oeroude reflexen, met name daar waar het verstand ons vertelt dat de werking van die oeroude reflexen contraproductief wordt bij het proces dat de mens als soort in stand moet houden. Het ware derhalve eigenlijk helemaal geen onzinnige zaak om eens goed na te denken over een weg naar een samenleving die niet slechts gebaseerd wordt op “strijd”, maar die zich, nevenschikkend, ook wil baseren op “delen” en op “altruisme”. Het is met name Kropotkin die hiernaar uitgebreid en integer wetenschappelijk onderzoek heeft gedaan maar die door de opkomst van het agressieve communisme en het voortwoekeren van het keiharde kapitalisme de mond werd gesnoerd.
En zo komen we weer bij Marcel van Dam terecht die in feite een lans breekt voor het verstand en die het ongetemperd voortwoekeren van oeroude contraproductieve reflexen zoals deze tot uitdrukking komen in het destructieve en nihilistische neoliberalisme, veroordeelt.