Maandelijks archief: september 2014

De straaljagerpiloot. Waanzin en oorlog.

Daar gaat tie. Behouden vaart!!

Daar gaat tie. Behouden vaart!!

DE PILOOT.

De waanzin van oorlog.

Hij is piloot. Piloot van een straaljager. Bij onze eigen luchtmacht. Hij is al een paar keer uitgezonden naar de Balkan en naar Afghanistan en zo.

Een piloot is meestal een begerenswaardige man. Hij maakt onveranderlijk een goede indruk bij de vrouwtjes. Hij is voor de duvel niet bang. Hij is heer en meester over zijn eigen kist. Hij tart de dood en vertoont een navenante speelse jongensachtige bravoure. Goed opgeleid ook natuurlijk. Geen bril. Want als je een bril draagt pas je niet in een straaljager. Al zijn zintuigen zijn fijn getjoent en hij kijkt wakker en eerlijk uit zijn ogen. Hij heeft een hekel aan liegen. Hij is recht door zee. “Kruger je bent mijn vriend”, zei zijn opa altijd tegen hem toen hij nog klein was.

Hij houdt van honden. Niet van katten. Katten zijn achterbaks. Hij is eerlijk!! Hij praat niet veel, maar wat hij zegt is meteen raak.

Zijn lichaam krijgt steeds meer vorm in de sportschool. Taps toelopend. Geen tatoeages want dat is vulgair en kan duiden op latente criminaliteit. Hij staat bekend om zijn viriliteit. Veel vrouwtjes, maar geen vaste verkering.

En dan op een mooie zomerdag trekt Mohammed Ali Rashid el Said met zijn nieuwe stinger de woestijn in. Heuvelachtig terrein. De draagtas van de stinger snijdt in zijn vlees, maar hij heeft het er graag voor over. Wat graag zou hij niet een christenhond doden op een mooie dag als deze!!

De piloot start voor een verkenningsvlucht boven de woestijn.

Hij stijgt op in een orgie van mechanisch geweld. Alsof hij in een gouden karos op vlammen van goud de hemel gaat bestormen.

Het is het laatste dat we van hem zagen.

Thuis huilt zijn moeder.

Daar gaat tie. Behouden vaart!!

Daar gaat tie. Behouden vaart!!

2 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized

Mijn zwakte. Mijn schaamte. Mijn onsympathieke en ondoordachte knieval voor Nu-jij. En hun keiharde, edoch terechte, afwijzing. Kortom: een krankzinnig verhaal.

DSC_1480

Deze bijdrage beschouw ik inmiddels als niet geschreven. Het doet nog veel te veel recht aan die verschrikkelijke fascistische bende die Nu-jij heet. De geschiedenis heeft inmiddels bewezen wat voor afschuwelijke mensen dat uiterst onfatsoenlijke forum herbergt. Ik schaam me dat ik onderstaande bijdrage heb geschreven. Het was een grote fout. Wie wil er nu iets te maken hebben met dat vunzige tuig van de richel. Ik niet, in elk geval

Hoe zwak kun je zijn? Nog geen half jaar geleden berichtte ik aan de Raad van Censuur van Nu-jij dat ik vond dat ik ten onrechte was verwijderd van hun actualiteitenforum. De censors waren van mening dat ik niet “On Topic” was, dat ik maar wat in het wilde weg schreeuwde, en dat ik teveel te pas en te onpas meneer Wilders en zijn volstrekt anti-intellectuele paladijnen lastig viel, ja, zelfs beledigde. Bovendien vond men dat ik niet beknopt genoeg was. Dit alles bleek kennelijk meer dan voldoende om mij een zgn. “Ban” te geven. Op mij kwam een en ander over alsof men zei: “Scheer u weg, astrante opruier, met je infame en perverse leugens over die arme meneer Wilders en zijn aanhangers, over die arme stumpers die zich niet kunnen verdedigen. Wij, d.w.z. de vazallen van meneer Wilders en, op geleide van genoemde slippendragers dus ook de censors van Nu-jij, zijn jouw hekelschriften en valse aantijgingen spuugzat”.

Ik was het hier uiteraard niet mee eens en voerde aan dat ik weliswaar behoorlijk heftig en fel tekeer kon gaan, maar dat ik het niet in mijn hoofd zou halen om echte ordinaire scheldwoorden of anderszins onwelvoeglijke taal te gebruiken.

Ik eindigde mijn antwoord met: “U zult mij niet meer zien op dit forum. Ik heb mijn bekomst van uw willekeur”

Na een half jaar sloeg het noodlot toe en begon ik Nu-jij toch een beetje te missen. U zult zeggen, je kunt toch ook bij die kekke linkse opinie-site “Joop” je ei kwijt. Of bij de hippe, modieuze en hoog-intellectualistische Correspondent. Natuurlijk, maar dan zit je steeds tussen gelijkgestemden en dat is, zoals ik het ervaar, dodelijk voor een levendige en inhoudelijke discussie.

Dus vroeg ik aan de censors van Nu-jij of ze mijn ban wilden opheffen. Ja, hoe gek kun je zijn! Nou, u kunt het antwoord al wel raden! Dat wilden ze dus niet en verwezen daarbij, volstrekt begrijpelijk, naar mijn eigen, hierboven genoemde, afsluitingszin.

En toen sloeg bij mij ineens de schaamte toe. De schaamte over mijn vervloekte slappe knieën. De schaamte over die te grote broek en mijn lafhartig smeken. Ik kan u toevertrouwen dat ik mij om diezelfde reden tegenwoordig nog ternauwernood in de spiegel kan bezien. Welk een schande, welk een gênante vertoning! Deze lafhartige karakterloze houding doet mij, ook nu nog steeds weer, het schaamrood naar de kaken jagen. Wat ben ik toch voor een enorme slapjanus!!

En natuurlijk wil ik niet opnieuw acteren op dat banale en perfide forum!! In feite, diep van binnen, heb ik dat ook nooit gewild. Maar het vlees was, zoals zo vaak, sterker dan de geest! Laat mij daar volstrekt eerlijk over zijn. Eigenlijk weet ik niet goed wat mij bezielde toen ik gelijk Keizer Hendrik IV van het Heilige Roomse Rijk mijn beschamende gang naar Canossa maakte. Want natuurlijk wil ik niet weer moreel besmeurd worden door geïnvolveerd te raken  met kromsprekende en fanatiek op winst jagende instituties die zich, zoals ik helaas aan den lijve moest ondervinden, bedienen van een uiterst “infame en abjecte” censuur teneinde daarmede het vrije woord te smoren en te verkwanselen.

Wat heeft dan tòch gemaakt dat ik, als een of andere afhankelijke en schurftige smekeling, aan dat stelletje winstjagers ben gaan vragen of ik alstublieft weer mee mag razen en tieren op dat uiterst onsympathieke en infame forum? Was ik het slachtoffer van een vlaag van verstandsverbijstering? Nee hoor, Het was in feite nog veel erger, ik wilde namelijk, terwijl ik gewoon normaal bij mijn volle verstand was, op instigatie van mijn zwakke knieën en op grond van het tijdelijk ontbreken van een gezonde zelfreflectie,  zo nodig weer gaan deelnemen aan dat tegen de borst stuitende en vaak volstrekt irrationele geneuzel over het totale wereldgebeuren. Dat wil zeggen: mee klagen, zeuren, beschuldigen en veroordelen op dat super ordinaire, vaak zeer populistische en extreem oppervlakkige Sanoma-forum van Nu-jij. Een decadent, a-vitaal en nihilistisch forum waar nu net precies die mensen op figureren waar ik zo’n bloedhekel aan heb en met moderatoren die, zo mogelijk, nog een graadje erger zijn. Welk een uiterst beschamende afgang heb ik mijzelf dus bezorgd!!!  Wat heb ik voor de zoveelste keer weer eens blijk gegeven van een uitzonderlijk stuitend gebrek aan ruggengraat!!! Kortom, wat een beschamende en gênante horreur!!

Overigens hebben de rechtlijnige, altijd gelijk hebbende, censors van Nu-jij, naar aanleiding van mijn beschamende en vernederende smeekbede, vandaag mijn blog op OBA wel meer dan veertig keer bezocht om te bezien wat voor vlees ze in de kuip hebben. Mogelijk mede naar aanleiding van dit bezoek schrijven de censors op 24-09-2014 om 14.39 in een E-mail gericht aan mijn persoon o.m. het volgende: “Verder publiceert u ongevraagd en zonder overleg correspondentie met ons. Daar zijn we – uiteraard – niet bepaald van gecharmeerd, hiermede houdt het (inhoudelijke) gesprek voor ons op”. Deze arrogante en neerbuigende zinsnede heeft betrekking op een blog dat ik op OBA publiceerde op 28-05-2014 10.04 AM. en waarin ik de gehele gang van zaken tot op de punt-komma nauwkeurig heb weergegeven. De hautaine en verwaten censors van Nu-jij hadden het dus heel normaal gevonden dat ik hen eerst toestemming had gevraagd om het verloop van E-mailconversatie met hen, waar ik overigens niet om had gevraagd, op mijn eigen blog te plaatsen. Bovendien had ik met hen moeten overleggen. Net zo als zij zeker met mij overlegde, toen zij mij een ban gaven omdat zij klachten kregen van Wilders-aanhangers die kennelijk mijn smalende schimpscheuten en felle inhoudelijke kritiek op hun irrationele populistische onzin, niet langer op prijs stelden. Ik vind dit werkelijk te gek voor woorden. Wat een tenenkrommende aanmatiging, Welk een zelfgenoegzame en pedante hovaardigheid. Wat denken deze laatdunkende, aanmatigende en hooghartige poortwachters wel niet?

Maar ja, ik heb helaas helemaal geen recht van spreken. Ik kan nu niet anders dan door het stof gaan in verband met eigen karakterzwakte. Ik heb de grote fout gemaakt om aan Nu-jij te verzoeken mijn ban ongedaan te maken. Wat moeten die mensen zich in eigendunk en machtswellust gewenteld hebben toen zij mij konden berichten dat zij mij wilden houden aan de door mij gedane belofte. Gedane zaken nemen geen keer.

Ja mensen, u bemerkt wel, het leven hangt aan elkaar van karakterzwakte, onsympathieke mensen en zelfgenoegzaam gedrag.

Maar daarnaast zijn er nog genoeg plezierige zaken die het leven veraangenamen, zoals het vrolijk gekwinkeleer van de vogelen des velds, de nimmer aflatende liefde van een zorgzame en loyale echtgenote en de uiterst aangename verpozing die literatuur en wetenschap mij telkenmale weer schenkt.

NB. Overigens kan men zich in goede gemoede afvragen waar ik me in godsnaam toch telkens weer zo druk om maak. Een vraag die de toevallige lezer dezes beslist op de lippen bestorven moet liggen. Het weinig verrassende antwoord moet dan luiden dat ik me eigenlijk, als vurig aanhanger van het ijzerenheinige stoïcisme,  nooit echt druk kan en wil maken. Druk maken zit ook niet in mijn aard. Eigenlijk kloot ik mijn hele leven maar wat aan en kan ik desalniettemin aldus aanklotende – en zoveel moet beslist gezegd worden – uit deze onzinnige en nutteloze bezigheid toch voldoende genoegen, hoop en kracht putten om de toekomst met vertrouwen tegemoet te kunnen zien. Ik zie dan ook de ganse, door mij hierboven beschreven, onverkwikkelijke “gebeurtenis” aangaande de kneveling van het vrije woord, voornamelijk als een totaal niet ter zake doende onderbreking in mijn , overigens, kalm en vredig voortkabbelend bestaan . Het raakt me totaal niet, al zou een argeloze lezer dit niet zo direct uit mijn stellige bewoordingen kunnen concluderen . Ik schrijf, bij wijze van nutteloos en onzinnig tijdverdrijf, graag over dit soort vervreemdende voorvallen. En ik mag dat dan graag doen, in de vorm van ergernisgevende, tot grote droefenis stemmende, archaïsche wartaal. Met kromme en breed uitgesponnen zinnen en gedateerde woorden. Met onzinnige adjectieven en hemeltergend subjonctieven. Het is een soort goed bedoelde desinformatie, zal ik maar zeggen. Het onderhavige incident kwam door een gelukkig toeval op mijn weg en stelde mij in staat om met mijn geliefde taal aan de slag te gaan, en wat meer is, het stelde mij tevens in staat om al die krankjorume  absurditeit, die kennelijk mijn geest bewoont, vrij baan te geven. Het schrijven van onzin als heilzaam therapeuticum! Het valt te bezien waar een en ander gaat eindigen. Er dreigen natuurlijk wel wat gevaren. Eén ervan is dat het ziedende en woeste woeden der wereld mijn vermeende integriteit gaat aantasten.

Ik heb toch al de grootste moeite om mijzelf en mijn medemensen serieus te nemen. En het laat zich dan raden dat onderhavige vervreemdende en rare uitwisseling van nonsens en onredelijkheid mij niet echt helpt bij het vorm geven aan een soort acceptatieproces dat mij in staat moet stellen om op een min of meer adequate wijze met al die intrinsieke onrechtvaardigheid en hartverscheurende blaaskakerij op deze, toch al zo kwetsbare, wereld om te gaan

Maar wat helpt dan wel?

Humor!! Humor moet bij mij op de eerste plaats komen, op de voet gevolgd door ironie en sarcasme. Daarbij zij aangetekend dat het allerbelangrijkste credo in mijn leven toch de stellige overtuiging is dat ik me in een totaal absurd universum bevind en dat ik me bij voortduring omringd weet door volstrekt absurde denkende en handelende mensen. In dat licht bezien kan ik niet anders dan tot het inzicht komen dat ik in dit leven eigenlijk niets hoog te houden heb. Mijn bestaan is pretentieloos. Het creëert zijn eigen betekenis.  Het toont dat ik slechts een stofje aan de weegschaal van de evolutie ben. Ik kan me niet herinneren dat ik in dit leven ooit de noodzaak heb gevoeld om überhaupt iets hoog te houden. Behalve misschien op seksueel gebied, maar dat is dan een direct uitvloeisel van mijn existentiële angst. Voor pompeuze en bombastische pretenties is het leven mij net niet belangrijk genoeg en ik beschouw in dat specifieke kader bezien (het leven dus) mijn kwetterende, twitterende, en vaak uit zijn/haar nek kletsende, medemens vaak als een enorm irritante en storende factor. Goddank ben ik tijdens mijn leven niet uitgegroeid tot een tragisch groepsmens. Ik ben niet, wat men tegenwoordig zo modieus en klef, een mensen-mens zou noemen . In tegendeel, ik verafschuw gedrag dat door een groep wordt “afgedwongen”. Ik heb een grondige hekel aan het banale egalitarisme dat tegenwoordig bijna mondiaal de toon zet, aan al die ergerlijke vormen van groepsgedrag die men pleegt aan te treffen in allerlei “- ismen” zoals het neoliberale consumentisme, het achterhaalde socialisme, het perfide communisme en het destructieve en uiterst onrechtvaardige kapitalisme. En dan hebben we het nog niet eens over het brede scala van volstrekt irrationele en agressieve religies. Er rijzen bij mij dienaangaande vele vragen. Waarom lopen mensen toch steeds zo slaafs achter elkaar aan. Zijn ze bang? Hebben ze moeite met alleen zijn? Is er sprake van een globaal gebrek aan doorzettingsvermogen, aan zelfbeheersing? Waarom aapt men elkaar voortdurend na?  Deze laatste vraag ziet men min of meer voortvloeien uit de tragische constatering dat bijna iedereen, kennelijk gedreven door de vurige wens om “erbij te horen”, periodiek steeds weer dezelfde woorden en uitdrukkingen wenst te gebruiken . Men heeft er dus blijkbaar behoefte aan om elkaar op een bijzonder onnozele, irritante en uiterst onechte wijze na te praten. “Papegaaien” noemt men dat geloof ik. Ik heb het dan over woorden en zinnetjes zoals: “Helemaal goed”, “Absoluut”, “Hoe leuk is dat?”, “Hip”, “Man”, “Gast”. Dit alles draagt ertoe bij dat ik intermitterend wordt bezocht door acute aanvallen van razernij waarbij ik heftig moet vomeren en ik, achter in de verwilderde bostuin van mijn uitgestrekte landgoed,  en mijzelf daarbij ternauwernood staande houdend met behulp van een oude rollator, radeloze verwensingen laat verwaaien over de aangrenzende beemden en velden.

Beste mensen, probeer jezelf nou eens te bevrijden uit de klauwen van je bemoeizuchtige en opdringerige medemens. Probeer een werkelijk vrij mens te zijn of te worden. Accepteer geen irrationeel of door materieel winstbejag geïnstigeerd gezag. Verklaar de oorlog aan alle hebzuchtige machtswellustelingen, aan alle decadente ruggengraatloze en nihilistische hedonisten.

Ach, en hoor mij nu weer eens tekeer gaan!! De vergeefse en licht pedante verbale noodseinen van een ouwe, door levenservaring geteisterde, salon-anarchist (en ik zeg dit echt niet met die bijna spreekwoordelijke “vertedering”,  maar eerder met grote schaamte en wroeging). Misschien heeft de Turkse cineast meneer Nuri Bilge Ceylan wel gelijk als hij zegt dat mannen zwakke wezens zijn. Ik kan dat tot op zekere hoogte wel onderschrijven.

Mijn blogbijdrage is gelukkig weer een behoorlijk chaotisch en verward verhaal geworden. Ik ben, ondanks alle aanvallen van redelijkheid, toch nog goed in mijn opzet geslaagd.

4 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized

Hoe God uiteindelijk zijn ongelijk moest bekennen. Een min of meer stichtend verhaal.

Eigenlijk kun je Hem helemaal niet zien.

Eigenlijk kun je Hem helemaal niet zien.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Er is maar weinig waar ik zo van kan genieten als van de zekerheid dat de wereld mij met rust laat. Mij als het ware uitkotst. Die zekerheid van vrijwillig gekozen sociale uitsluiting is geworteld in het feit dat ik er Goddank in geslaagd ben om totaal niet interessant, modieus, belangrijk of anderszins aantrekkelijk over te komen bij allerlei rare, pretentieuze en pedante soortgenoten. Ik kan mij terecht beroemen op het feit dat ik er in geslaagd ben om mijn licht dermate gedimd onder de korenmaat te laten schijnen dat nog niet eens een fractie daarvan de buitenwereld beroerd. Natuurlijk, communiceer ik noodgedwongen wel met die buitenwereld. Moet ik helaas geregeld in contact staan met een keur aan slaapverwekkende medemensen. Het zij zo. Ik verricht met een low profile mijn werk als gezant in dienst van Groothertog Karel August van Sachsen-Weimar. Ik discussieer, ik debatteer en wat niet al. Maar mijn werkelijke binnenste zit hermetisch op slot en verbergt zich veilig achter de gepantserde kluisdeuren van mijn innerlijke afkeer.

Op gezette tijden roeptoeter ik vrolijk en omineus in het rond. Ik schuw de aanval niet en zo lijk ik een hele bink. Een echte kanjer. Tenminste, dat denk ik zelf. Mijn sluwe, wantrouwige en agressieve medemensen weten op grond van de door hen ontwikkelde psychologie van de koude grond natuurlijk wel beter!!! Zij ontmaskeren mij steeds weer opnieuw als de verwaten gek en de knorrige klootzak die ik in hun ogen lijk te zijn. Dat alles kan mij uiteraard niet vermurwen of tot inkeer bewegen aangezien dergelijke primitieve kwalificaties mij, tot mijn grote geruststelling, totaal niet raken.

Stekelige ironie en onverhuld sarcasme zullen al mijn woorden niet aflatend blijven doordesemen. Cynisme is mijn trouwe metgezel en velen bemerken niet eens dat ik de draak steek, dat ik mijn medemensen al lang niet meer serieus neem. Mijn evidente, onsympathieke onthechting zorgt ervoor dat mijn medemensen, wellicht uit zelfbescherming, mij ook niet serieus nemen. Ik ben een mensenhater. Een sociopathische misantroop.

Vanuit die positie sta ik in de wereld en geniet ik steeds meer van alles wat zich om mij heen aan flauwekul en vermakelijkheden afspeelt. Want het is mij gebleken dat ik uit de grondige afkeer die ik koester ten aanzien van anderen zelf heel erg veel genoegen en plezier kan putten. Ik geniet aldus met volle teugen van een rijk en gezegend leven. Een rijkdom die ik, zoveel zal u inmiddels wel duidelijk zijn, helemaal zelf heb vergaard en die ik koester als de Engelse kroonjuwelen. Ik ben beste maatjes met mijzelf en wat dat betreft kan het leven eigenlijk niet beter. Met de bemoeizucht van mijn medemens kan ik op een sociaal zeer aanvaardbare wijze omgaan. Ik kan me er, zoals reeds gezegd, somtijds behoorlijk vrolijk over maken en weer zodoende, zoveel mogelijk, de ergerniswekkende, pedanterie van mijn medemens uit mijn vaak toch al zo geprangde gemoed.

Dit alles gezegd zijnde, kon het gebeuren dat ik op de terugweg naar het hof in Weimar, geconfronteerd werd met een verschijning van gene zijde. Tezelfdertijd leek het wel of alle sluizen in de hemel simultaan waren opengezet. De regen kwam als een massief gordijn van ijskoude waterdroppels naar beneden. Vaag tekende zich voor mij, op de tot een sissende modderpoel gemetamorfoseerde zandweg, de contouren van een serafijn af. Het was een wat wazig wezen met gouden droomogen en zes reusachtige trillende vleugels van echte witte vogelveren. Het droeg een lichtgevend wit kleed waarover zich, met een soort slangachtige bewegingen, iriserende regenboogkleuren kronkelden. Niet weer, dacht ik. Niet weer een verschijning om mij tot de orde te roepen. De laatste verschijning stond mij namelijk nog maar al te goed voor de geest. Ik wilde niet weer zo’n vernedering meemaken. Met schallende stem, verwonderlijk, gezien het kleine lijfje waaruit zulk een bassende geluid toch kon worden geperst, bulderde de serafim, “Heilig, heilig, heilig is God, de Heer, de Almachtige, die was, die is en die komt”. Vervolgens, iets minder luid, onderhield hij/zij mij streng ter zake van de dwalingen mijns weegs. Dat ik mijn ideeën over mijn medemensen onverwijld diende bij te stellen, want dat God, geprezen zij Zijn naam, op zo’n manier nooit adequaat contact zou kunnen leggen met Zijn, in dit ruimtetijdcontinuüm unieke, met zelfbewustzijn begiftigde, sterfelijke creaturen. Mijn medemensen dus. En of ik daarom alsjeblieft wilde luisteren. O ja, dat vergat ik helemaal te zeggen, ik ben namelijk één van de zonen van God, Schepper van hemel en aarde, die helaas voor de tweede keer op aarde moest wederkeren om te trachten Zijn ethisch en moreel volstrekt onbetrouwbare schepselen te redden uit de begerige klauwen van die akelige, perverse en diep gevallen aartsengel Lucifer.

De esoterische serafijn maande mij derhalve ten tweede male in mijn bestaan om aandachtig naar hem/haar te luisteren. Dit, terwijl de regen duidelijk in intensiteit toenam en nu zelfs zo krachtig nederdaalde dat de grond niet in staat was het hemelwater op afdoende wijze te verwerken. Het water reikte inmiddels tot mijn knieen. De lucht raakte steeds verder bezwangerd met knettersissende bliksems en oorverdovende donderslagen.

De engel, die met zijn bazuinstem ruimschoots het lawaai van het natuurgeweld overstemde, eiste dat ik die ellendige misantropie zou afleggen en dat ik het neoliberale optimisme (als je iets echt wilt dan zul je het ook bereiken!) moest omarmen. Hemelse krachten zouden mijn aardse positie gaan versterken en zouden mij tot ongekroonde keizer van de wereld maken. En aldus bekleed met wereldlijke macht zou ik op geleide van het neoliberale, vrijemarktgerichte economische systeem ieder mens op aarde welvaart en welzijn schenken. Dit zou voldoende moeten zijn om het kwade te keren en het goede voor eeuwig te laten zegevieren. Althans dat was het plan. Ik dacht er zo het mijne van. Ik was inmiddels al een tijdje onder de mensen en had er daarom niet veel fiducie in. Maar ondanks mijn bedenkingen wist ik dat ik akkoord moest gaan met het voorstel. Ik had in deze niets te kiezen. Als bij toverslag hield de regen op. Het water was weg. Ik werd even bevangen door een lichte duizeling. Een fractie van een seconde ervoer ik de onstoffelijkheid die zo typerend is voor ons soort goddelijke creaturen. Ik werd weg geslingerd door de tijd.

Licht verbaasd vond ik mijzelf terug naast mijn Bentley op een parkeerplaats langs de kant van een drukke snelweg. Mijn chauffeur vroeg me of ik weer was opgeknapt en of we onze weg konden vervolgen. We moesten immers op tijd komen voor een belangrijke vergadering met de sectiehoofden van onze multinational.

Zoals voorspeld rees ik naar grote hoogten en behoorde ik in minder dan geen tijd tot de allermachtigsten der aarde. Het was niet leuk, maar het moest.

En zo hield ik het nog duizend jaar vol. Met vallen en met opstaan. Het plan liep uiteindelijk, zoals ik al had vermoed, op niets uit. De laatste honderd jaar liepen de spanningen steeds verder op. Een wapenwedloop die zijns gelijke niet kende, was ontketend en uiteindelijk raasde het nucleaire vuur over de aarde en verdween de mens. Ik bleef alleen achter op een verschroeide planeet. En ik moet eerlijk bekennen, ik had ook niet heel erg mijn best gedaan. Ik kon het niet. Ik kon mij, als misantroop, niet goed heenzetten over de schier pathologische afkeer die ik voor mijn “medemensen” was blijven voelen.

Mijn Vader haalde me terug en moest bekennen dat hij ongelijk had gehad. Ik snapte hem wel, hij wilde altijd het goede doen en denken. Uiteindelijk breekt je dat een keer op.

Maar Hij is niet voor één gat te vangen. Ik hoor dat hij alweer bezig is met een andere planeet. Er lopen daar, naar het schijnt, al weer een soort proto-apen rond. Ik ben benieuwd. Maar ik hoop wel dat hij deze keer een van mijn broers kiest. Ik heb er voorlopig even genoeg van.

6 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized

“Ik ben Pelgrim”. Geschreven door Terry Hayes. Ik vind het een waardeloos boek!!

Het einddoel.

Het einddoel.

 

 

 

Soms neem ik per ongeluk wel eens een boek ter hand dat ik, na lezing, echt waardeloos vind. Zo’n boek was voor mij “Ik ben Pelgrim” van Terry Hayes. Ik had wel recensies gelezen, ik geloof in de NRC of in de Volkskrant, en die wilden mij doen geloven dat het een prachtig en goed geschreven boek was. Nou, ik ben toch echt een andere mening toegedaan. Het is naar mijn mening slecht geschreven en heeft een bizarre en volstrekt onwaarschijnlijke plot.
Het is een echt mannenboek. Dat staat als een paal boven water. Ludlum, Baldacci, Grisham, etc. Van dat soort spul!! Veel gewelddadige en onwaarschijnlijke actie en een rammelende, volstrekt krankzinnige plot dus. Superieure blanke vechtjassen. Slechte moslims. Achterlijke landen. Meer clichés kan ik zo gauw niet bedenken.
Het boek telt 732 bladzijden. In het begin leek het nog wel wat. Dacht ik. Maar het werd steeds minder. En slechter. Toen ik op blz. 350 was aangeland wist ik dat ik eigenlijk een akelig boek aan het lezen was. Gauw wegleggen dus. Mooi niet. Ik was al zo’n eind gevorderd dat ik het, voor mijn gevoel, wel uit moest lezen. Want één ding is het boek namelijk wel en dat is spannend. Maar dat is dan ook het enige positieve wat ik over dit boek kan zeggen. Mijn constatering is dat veel lezers, hoe slecht een boek verder ook geschreven moge zijn en hoe krankjorum de plot ook is, dit uiteindelijk verreweg het belangrijkste criterium vinden. Voor hen blijft het dan ook gewoon een prachtig boek en verder niet zeuren a.u.b.!
Maar ik, als dwarsligger, vind het een onpersoonlijk en humorloos geschreven boek. Plat en oppervlakkig met hoofdpersonages die uiterst voorspelbaar, maar tegelijk ook behoorlijk ongeloofwaardig zijn. Het “slechte” en het “goede” liggen er zo duimendik bovenop dat het allemaal rechtstreeks lijkt te zijn overgenomen van de eerste de beste spaghettiwestern. Daarbij komt nog dat het hoofdpersonage een vreemdsoortige, humorloze kloon van “Captain America” lijkt met alle bespottelijke en agressief gewelddadige gekkigheid die daarbij hoort . Het boek is bij tijd en wijle gekunsteld romantisch en bar sentimenteel. Vooral die rare sentimentaliteit is soms echt tenenkrommend. Alles wordt tot op de laatste traan uitgekauwd. Niets wordt aan de verbeelding overgelaten.
Dit boek is zo super Amerikaans dat het gewoon lachwekkend wordt. Ik hoop er in de toekomst niet weer in te trappen. Ik zal me nog beter moeten oriënteren alvorens ik weer een dergelijk boek ter hand neem!
Mijn advies m.b.t. dit boek is: niet lezen!! Verloren tijd. Maar ja, ik zeg het nog maar eens: over smaak valt eigenlijk niet te twisten. Ik kan me daarom, ondanks mijn knorrige tegenwerpingen, toch heel goed voorstellen dat veel mensen (en dan vooral de testosteron-aangedreven alfamannetjes uit het zakenleven) dit boek heel erg mooi zullen vinden.

5 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized