Maandelijks archief: mei 2014

De Prins der Duisternis grijpt in en stelt de toekomst van dit werelddeel voor exact duizend jaar veilig.

Prins der Duisternis. 2014

 

 

 U heeft niet het recht om zo tegen mij te praten, zegt de morsige, wat vettige zwerver, terwijl hij de hondeharen van zijn boezeroen veegt. Enkele kruimels van het zojuist genuttigde stokbrood ontsieren zijn warrige baard en klonten brie hechten zich nog aan zijn besmeurde manchesterse broek. U moet wel weten tegen wie u spreekt, ik ben niet zo maar iemand, ik ben de vlees geworden gerechtigheid, het laatste oordeel en een godslasteraar in één, galmt de man opeens met een indrukwekkende basstem, die eigenlijk op geen enkele wijze past bij zijn verfomfaaide uiterlijk. Maar u moet toch echt wel uitkijken wanneer u oversteekt, antwoord ik bedremmeld, niet berekend op zoveel imposante bombast. Plots bemerk ik een drastische verandering in de sfeer. Er dreigt iets. Rond de figuur van de zwerver ontstaan als uit het niets vreemde lichttrillingen en fluittonen Ik deins terug van het nu snel metamorfoserende personage en ben getuige van een wonderbaarlijke verandering. De zwerver lijkt als het ware op te lossen in een gifgroene wolk van dwarrelend ectoplasma en eruit tevoorschijn treedt de geharnaste Prins der Duisternis. Heb erbarmen, heer, stamel ik verbouwereerd, weinig kon ik bevroeden dat ik hier van doen heb met occulte krachten van gene zijde.

Het verkeer op het drukke kruispunt is inmiddels geheel tot stilstand gekomen. Weggebruikers vluchten in paniek de zijstraten in en rolluiken worden snel voor de winkelpanden neergelaten. De P.d.D. verheft zich. Hij stijgt op, ongehinderd door de aardse zwaartekracht, en tilt zichzelf wel honderd meter de lucht in. Daar verschijnt de zwarte hellewagen, voortgetrokken door vier brulbrakende bulderdraken. De Prins neemt plaats. Kom, wenkt hij, kom en vergezel mij naar de hoofdstad van dit verscheurde continent, alwaar u, zo gelast ik, voor mij een ontmoeting met uw leiders moet regelen. Tot mijn schrik drijf ik gewichtloos, als door een onzichtbare hand gedreven, naar boven en eindig naast de dreigend fronsende Prins in de hellewagen.

Onder ons schieten de door welvaart kromgetrokken landerijen der geperverteerden voorbij. De hellewagen bereikt duizelingwekkende snelheden en trekt een zwart roetspoor langs het grotendeels onbewolkte hemelgewelf. De werkers op de velden kijken omhoog en zakken in schier religieuze verbijstering op hun, door alle zware landarbeid, getormenteerde knieën. Intussen ben ik, geestelijk totaal ontredderd en ten prooi aan een reeks van snel wisselende gemoedstoestanden, op last van de Duistere druk in de weer met mijn mobiele telefoon teneinde de leiders van het avondland geestelijk en fysiek te mobiliseren en er voor te zorgen dat zij klaar staan als de Zwarte Prins  landt in de hoofdstad van de Unie der Zorgen.

De P.d.D. gooit zijn ruige, zwart behaarde hoofd in de nek en krijst, gelijk het gegil der ontketende furiën, zijn kwelling en benardheid het sidderende zwerk tegemoet. In de verte doemen de torens van Brussel op, hoofdstad van de economisch verscheurde landen-unie. Op de binnenplaats van het paleis van de leiders der unie komt de hellewagen met een lichte schok tot stilstand. Uit de neusgaten der bulderdraken kringelt wat laatste donkere rook omhoog. Buiten staan in het gelid aangetreden de stamhoofden der unie. De Zwarte Prins werpt een onheilspellende blik en ontsteekt in angstaanjagende woede. Adderengebroed, nietswaardige aardwormen, waar is mijn rechterhand hier op aarde, waar is mijn geblondeerde bondgenoot, mijn plaatsvervanger op dit continent? Een kleinige vrouw treedt naar voren. Zij lijkt de dapperste van het bonte gezelschap dat verder alleen uit trillende mannen bestaat. U bedoelt de kwelgeest der Lage Landen, het dwaallicht der verlatenen, zegt zij bedremmeld met een licht Duits accent. U weet wie ik bedoel, ik bedoel de uitverkorene, de verdelger van religies en de koning der segregatie, bevestigt de Prins, houdt u niet van de domme en leidt hem voor mij. Ik wil de toekomst met hem bespreken. Ik wil een gesprek met het orakel uit Jocus Rièk. Boven de hoofdstad pakken opeens donkere wolken samen en een vernietigende bliksemflits doorklieft een vlaggestok die het infame, verguisde, helblauwe dundoek met de gouden sterren torst. Krakend stort de vlaggenmast ter aarde, terwijl het dundoek ten prooi valt aan het satanische  vuur der gramschap. In de echo van de felle donderslag schalt de basstem van de Prins der Duisternis. Zoals het zojuist uw pathetische symbool is vergaan, zal het uzelve vergaan als gij mij nu niet als de gesmeerde bliksem de geblondeerde profeet uit Limburg brengt.

Tijdens het hele onverkwikkelijke tafereel had ik mij verborgen gehouden op de roestvrij stalen bodem van de hellewagen. Slechts door nu en dan even over de rand van de wagen te gluren kon ik stukje bij beetje bevroeden wat er zich zoal afspeelde op de binnenplaats. De Prins echter wijst nu naar mij en zegt, verman u, maakt u op om mijn geblondeerde vazal op te halen in de hofstad van de Lage Landen. U kunt mijn hellewagen daartoe aanwenden. Ik blijf hier en houdt dit stelletje “ongeregeld” nauwlettend in de gaten. Het kleinige vrouwtje met het Duitse accent vraagt vervolgens of de Prins niet even binnen wil komen om samen met hen op kosten van de belastingbetaler de  lunch te gebruiken omdat sowieso de verdere gang van zaken doorgesproken dient te worden. Uit de Muil van de zwarte Prins kolkt een rolwolk van veelkleurig ectoplasma dat de aanwezigen op de binnenplaats vrijwel meteen omhult. Als de wolk is opgelost zijn de leiders verdwenen en is de Prins der Duisternis opnieuw gemetamorfoseerd in een lange struise vrouw met geblondeerd haar die in het Frans roept: “L’Etat c’est moi”. “Allez chercher Geert et nous régnerons cet continent pendant mille années”

Weinig kon ik bevroeden dat ik als enige getuige was geweest van een gebeurtenis die de geschiedenis van het continent gedurende exact duizend jaar ingrijpend zou beinvloeden.

1 reactie

Opgeslagen onder Uncategorized

De steeds mensonvriendelijker wordende megapolis van de toekomst zal mogelijk toch de redding van de homo sapiens betekenen.

Megapolis. 2014

Het fenomeen stad als een van de vele mogelijke geografische vormen van een samenleving is naar mijn mening slechts een kortstondige fase in de evolutionaire ontwikkeling van de “homo sapiens”. Dit geldt evenzo voor het “Kapitalisme” als relatief kortdurend en op economische motieven gebaseerd “Leitmotiv” voor de organisatie van de mondiale samenleving. Een vorm van organisatie die door het fenomeen stad naadloos wordt gefaciliteerd. Sterker nog, een vorm van organisatie die zonder het fenomeen stad nooit tot volle wasdom zou kunnen komen.

De stad leidt bij zijn bewoners tot vervreemding op vele gebieden. Eenzaamheid, anonimiteit, misdaad, agressie, onverschilligheid zijn in dit verband de meest bepalende negatieve kenmerken, die de positieve hoedanigheden van een stad mijns inziens ruimschoots overstijgen.

De economische interactie tussen mensen is een van de belangrijkste actoren bij het tot stand komen van het cultuurlandschap. Het kapitalisme, het denken en handelen in een toestand van materiele schaarste van de individuele mens uitmondend in het inherente fenomeen van de vrije markt zijnde dus het (uiteraard onvermijdelijke) evolutionaire kader waarbinnen de mens zijn bestaan tot nu toe overwegend moest concretiseren, heeft op vrijwel organische wijze geleid tot de vorming van steeds grotere steden en stedelijke gebieden, tot een wereld die er uitziet zoals hij er nu uitziet.

Dit, in de loop van de menselijke historie vorm gekregen, patroon van denken en handelen is dus op grond van evolutionaire wetmatigheid zo eigen aan de mens dat nadenken over alternatieve samenlevingsvormen ternauwernood nog plaats vindt en, zo dit al gebeurt, wordt dit, met name door mensen die om materiële redenen het meest belang hebben bij handhaving van de huidige status quo, begrijpelijkerwijs onmiddellijk afgedaan als vaag idealisme, dromerij, luchtfietserij etc. Het kan eigenlijk ook niet anders.

Deze historische, evolutionaire ontwikkeling van het economisch handelen en denken van de homo sapiens kon in feite maar één uitkomst hebben, namelijk een “Condition Humaine” die bijna volledig is gebaseerd op de steeds groter wordende invloed van dat onontkoombare en prominente evolutionaire overlevingsmechanisme dat wij tegenwoordig “kapitalisme” plegen te noemen. Dit, overigens, in de tijd bezien, steeds weer aan veranderingen onderhevige overlevingsmechanisme, houdt in: een, het menselijke bestaan, volledig overheersende, in feite existentiële, angst voor de dood die zich overal en altijd manifesteert in hebzucht, strijd, machtswellust, concurrentie, wantrouwen, kortom in de overbekende “Struggle for Life” en “Survival of the Fittest”.  Een “isme” dus met kenmerken en eigenschappen die exact terug te vinden zijn in de mechanismen van de darwiniaanse evolutionaire causaliteit. Een causaliteit die verantwoordelijk is voor de historische ontwikkeling van de homo sapiens tot nu toe. Er is sprake van een evolutionair ontwikkeld mechanisme dat gebaseerd is op een diep in onze psyche gewortelde en in onze genen verankerde angst voor toekomstige materiële onzekerheid. Een alles overstijgende existentiële angst die in alle poriën van ons bestaan doordringt en de brandstof vormt voor egoïsme, materialisme en rabiaat consumentisme. Een, het hele leven van de homo sapiens bepalende, onderbewuste angst voor de dood dus. Een existentiële angst als evolutionair vorm gekregen instrument bedoeld om het totale proces dat de continuering en instandhouding van de soort behelst, te optimaliseren.

Maar wel een bot instrument! Een instrument namelijk dat, bij veranderende omgevingsfactoren, zich tegen de homo sapiens kan keren.

Het kapitalisme is een fase op weg naar de verdere evolutionaire metamorfose van de homo sapiens.

Sterk veranderende omgevings factoren (klimaatverandering, uitputting van landbouwarealen, schaarste van drinkwater, destructieve overbevolking etc.) bieden kansen aan “gunstige mutaties”. Mutaties die bij gelijk blijvende omstandigheden onopgemerkt verloren zouden zijn gegaan.

De stad zal zich op den duur tegen de homo sapiens keren. De stad zal de homo sapiens steeds verder vervreemden van zijn eigen natuur. Het zal zijn existentiele angsten verder aanwakkeren en uiteindelijk zal de homo sapiens daardoor in zijn huidige vorm uitsterven en mogelijk vervangen worden door een menselijke mutatie die beter aangepast is aan de sterk veranderde omgevingsfactoren.

Veranderde leefomstandigheden waarvoor, vrijwel zeker, diezelfde homo sapiens verantwoordelijk gesteld kan worden. Zo zou het fenomeen “stad” in de toekomst uiteindelijk verantwoordelijk kunnen zijn voor het ontstaan van een “nieuwe mens” zijnde een volgende stap in het evolutionaire proces.

Eigenlijk niet eens zo’n somber verhaal, maar mijns inziens wel een waarschijnlijke ontwikkeling naar een overigens zeer onzekere toekomst.

Grote en mooie verhalen zijn verhalen over het in de verre toekomst verdwijnen van het kapitalisme en het oplossen van onze stedelijke samenlevingen, over het denken hoe een evolutionair solide menselijke samenleving er mogelijk uit zou kunnen gaan zien.

Science Fiction dus!!

1 reactie

Opgeslagen onder Uncategorized

Nu-jij censureert op een partijdige en ontoelaatbare wijze. Ik ben me rot geschrokken!!

Censuur. 2014

 

 

Heeft uw wel eens van Nu-jij gehoord? Een internetforum van Sanoma. Ik gebruikte dat forum geregeld om van mijn afschuw van het gedachtegoed van de PVV te getuigen. Ik ging daarbij fel te keer, dat wel, maar ik gebruikte nooit echte ordinaire scheldwoorden, noch was ik, naar mijn mening, echt beledigend. Ik kwam niet veel  verder dan “zeurpieten, klagers”, etc. Na mijn zoveelste uiting van afkeer voor de ideeen van meneer Wilders c.s. werd ik op bruuske wijze permanent van het forum verwijderd. Ik kreeg een ban. Ik klaagde teveel over meneer Wilders. Men vond dat beledigend en derhalve wilde men mij niet langer toelaten tot eerdergenoemd forum. We noemen dat censuur van het meest kwalijke soort, namelijk van het soort dat je vanwege een politieke mening het zwijgen wordt opgelegd. Het zegt veel over de moderatoren bij Nu-jij en datgene waarvoor zij staan. Ik ben me rot geschrokken. Weinig kon ik bevroeden dat er in Nederland kennelijk nog steeds veel mensen zijn die iemand vanwege een politieke mening de mond wensen te snoeren. Afschuwelijk.

 

Nb. Al mijn postings op Nu-jij zijn door de mij toebedeelde ban voor mij ontoegankelijk geworden, dus ik kan niet eens meer goed nagaan wat ik eigenlijk heb geschreven. Het is te gek voor woorden. Zware censuur in een zogenaamd vrij land.

Hieronder volgt de uitwisseling van E-mails dienaangaande:

Waarom heb ik een ban? Ik moet het eerste echte scheldwoord nog gebruiken. Gebeurt dit wellicht op aanvraag van andere reageerders? Zo ja, dan vind ik dit niet juist.

 

Antwoord van Nu-jij:

 

Dag,Uw afkeur m.b.t. Wilders is duidelijk, maar we willen graag dat u ontopic, inhoudelijk en op een fatsoenlijke en kalme manier reageert. En dat doet u niet. U schreeuwt alleen maar hoe stom/dom u hem en personen die op hem stemmen vindt… en dat draagt weinig bij aan de discussie.

NUjij/IV

 

Mijn antwoord:

 

Geachte redactie,

Ik ben van mening dat meneer Wilders een groot gevaar voor de geestelijke volksgezondheid betekent. Ik schreeuw niet, maar ik formuleer kort en bondig. En ik dacht dat ik niet, elke keer dat ik over deze man en zijn beweging schrijf, uitgebreid moet gaan uitleggen wat hij denkt en wat ik zelf daar dan weer van denk. Dat is al jaren een gepasseerd station. Het “gedachtegoed” van meneer Wilders is genoegzaam bij vrijwel elke Nederlandse ingezetene bekend. Als ik daar aan zou beginnen dan zouden mijn bijdragen wel heel erg lang gaan worden. Het is wel zo dat ik de mensen die uw forum frequenteren, probeer duidelijk te maken, soms op een heftige wijze, dat geef ik onmiddellijk toe, dat zij misschien wat liefdevoller en zeker wat constructiever tegenover zichzelf en tegenover onze samenleving zouden kunnen gaan staan. Ik zal nooit pertinent persoonlijk worden of vervelende scheldwoorden gebruiken. Wellicht verschillen wij van mening over wat “on topic” is en wat niet. Wat dat betreft vermoed ik dat wij nooit nader tot elkaar zullen komen. Om mij meteen een ban te geven vind ik wel erg radicaal en wel heel erg op ongepaste censuur lijken.

Met vriendelijke groet

R.J. Scholtens

 

Antwoord van Nu-jij:

 

Beste,

Dat kort en bondige valt een beetje tegen. Het is meer een epos over hoe slecht Wilders wel niet is. Naast dat u zich beledigend uitlaat, is het inderdaad offtopic. U reageert namelijk niet inhoudelijk op het artikel, maar maakt slechts van de gelegenheid gebruik om Wilders in een kwaad daglicht te zetten.
Mvg,
NUjij/BW
Mijn antwoord:
Geachte redactie,

Als u vindt dat ik mij beledigend uitlaat, dan geef ik u in overweging om ook andere, veel “beledigender” reacties, nog  eens goed te monitoren. Ik hoef meneer Wilders niet in een kwaad daglicht te zetten want dat doet hij zichzelf al voortdurend met zeer kwetsende en beledigende opmerkingen. Ik mag over meneer Wilders denken en zeggen wat ik wil. Ik mag dat ook op uw forum zetten. En u mag dat dan weer verwijderen, want u hebt die macht. Ik probeer de hele discussie op een iets ander niveau te brengen. Dat ik daarbij dan natuurlijk niet exact op de inhoud reageer is mijn zaak en eigenlijk niet de uwe. Een ding weet ik zeker, wij zullen het het nooit eens worden over deze kwestie. Ik vind dat u op een uiterst willekeurige en zeer onfatsoenlijke wijze censuur toepast. U vindt dat u het grootste gelijk van de wereld heeft en ik vind dat u er totaal naast zit. Stel je nu eens voor dat de overheid in Nederland in de publieke ruimte net zo zouden reageren als u op dit forum doet. Dan zou de wereld te klein zijn!! Zoiets zou namelijk volledig in strijd zijn met de vrijheid van meningsuiting die ons in de grondwet wordt gegarandeerd.

En als u met kort en bondig primitieve jip-en-janneke-taal bedoelt dan ben ik inderdaad niet kort en bondig. Ik weet niet welke belangen u meent te behartigen door zo raar tekeer te gaan. Maar ik vermoed dat het niet anders kan dan dat commerciële motieven bij u een belangrijke rol spelen.een rol spelen. Het zij zo.

U zult mij niet meer zien op dit forum. Ik heb mijn bekomst van uw willekeur.

R.J. Scholtens.

Op dit laatste is door Nu-jij niet meer geantwoord. Zij hadden kennelijk wel betere dingen te doen. Wel heb ik begrepen dat de ban die ik heb gekregen voor onbepaalde tijd is, en zeker niet tijdelijk. Niet dat dit nog belangrijk is.

4 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized

Persoonlijke verantwoordelijkheid en constructieve zelfkritiek.

Anarchisme 2014

“Doden in Aleppo na grote explosie hotel” stond er op “NU.nl”. En daar ging het weer los op “NU-jij”. Ik zag hierin aanleiding om ook een reactie te schrijven. Overigens is “Het verantwoordelijke individu” een onderwerp waar ik me al een heel leven intermitterend druk om maak. Mensen schreeuwen, beschuldigen, wijzen naar een ander, zijn boos, verontwaardigd en ga zo maar door! Daardoor is er kennelijk weinig ruimte om naar je eigen verantwoordelijkheid te kijken. Nu weet ik ook wel dat het huidige economische systeem er belang bij heeft om de mensen volledig te depolitiseren en om te vormen tot niet-kritische consumptieverslaafden en dat men in dat streven de laatste dertig jaar al bijzonder goed is geslaagd , maar desalniettemin mag een klein beetje zelfkritiek toch wel worden verwacht van de “gewone man”. De daders zijn bij die “gewone man” altijd de politici, de managers, de generaals en ga zo maar door. Ik vind, als rechtgeaarde anarchist, dat morele verantwoordelijkheid een zuiver individuele zaak is. Dus aub niet terugvallen op leiders, dominees of andere opperhoofden. Kijk vooral naar jezelf en laat een ander nou eens een keertje met rust!

Hieronder volgt mijn stukkie:

“Ik dacht dat in die stad alles al was ingestort! Syrie is een gek land met grote groepen mensen die elkaar vooral om religieuze, maar ook om tribale en economische redenen naar het leven staan. Inmiddels zijn er sedert het begin van die walgelijke burgeroorlog al meer dan 150.000 mensen vermoord. En er is nog geen begin van een oplossing. Wij zijn altijd geneigd om naar de politieke leiders in zo’n land te kijken en hen uit te maken voor alles en nog wat. Ik wijs ook naar de gewone doorsnee-mannen (let op: in dit verband en in dit door god verlaten land bedoel ik dus niet de onschuldige vrouwen en kleine kinderen!), die in feite net zo schuldig zijn aan het ontstaan van een dergelijk bloedbad. Je mag je, vind ik, niet altijd verschuilen achter zogenaamde leiders die jou hebben opgestookt om te moorden en te verkrachten. Zo ontstaat de mythe van de nobele, onschuldige en gewone man die tegen zijn wil wordt meegesleurd in een orgie van geweld en ellende. Zo is het echt niet, de gewone man heeft ook schuld, de gewone man laat zich maar al te graag meevoeren op de destructieve golven van een een of andere rare irrationele godsdienst, hij laat zich maar al te graag leiden door zijn welbegrepen economische eigenbelang. En dat is in Nederland niet anders. De gewone man is net zo schuldig aan wanbeleid, hebzucht en machtswellust als de gekke politieke leiders die hij kiest. Dat geldt in Syrie maar ook in Nederland. Niemand kan zijn verantwoordelijkheid ontlopen, al heb je nog zo’n grote bek!!”

Niet dat het iets helpt natuurlijk!

4 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized

Jan Terlouw heeft mooi gesproken, maar heeft, begrijpelijkerwijs, niet alles gezegd!

Ziet er best gezellig uit!

Ziet er best gezellig uit!

 

 

Jan Terlouw heeft mooie woorden gesproken, alleen de echte oorzaak voor het feit dat het met de broederschap maar steeds verder bergafwaarts gaat noemt hij begrijpelijkerwijs niet. Hij is immers een D’66’er. De prevalentie van een economisch systeem dat eigenlijk geheel en al functioneert op basis van wantrouwen en van elkaar te slim af willen zijn, is de werkelijke reden voor het langzaam verdwijnen van genoemde broederschap. Belangeloos, altruïstisch handelen binnen een dergelijk economisch systeem wordt gezien als negatief en irrationeel. Uiteindelijk is het resultaat van een economisch systeem dat in fundo alleen maar op hebzucht is gebaseerd, dat rijkdom, bezit, macht en sociaal aanzien zich exclusief ophopen in de handen van slechts zeer weinigen. Er zal uiteindelijk een economische elite ontstaan van een uiterst kleine groep mensen, met daarnaast een immense massa economisch afhankelijke, consumptieverslaafde “armen”, die tengevolge een perfide commerciële hersenspoeling en de daaruit voortvloeiende verslaving aan “brood en spelen”niet langer is staat is om helder, onafhankelijk en werkelijk vrij te denken. Ons voorland zien we min of meer in de Verenigde Staten: t.w. een steeds groter wordende, kritiekloze, verpauperende massa met daarboven een kleine groep super rijken die over de ruggen van hun economische loonslaven, immense rijkdom naar zich toe graait. In de Verenigde Staten staat “broederschap” gelijk aan socialisme en communisme en worden solidariteit en empathie gezien als begrippen die de onmiddellijke ondergang van een land tot gevolg zouden kunnen hebben.
Broederschap vind ik prima maar dan ook “all the way” alstublieft.

5 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized

Steeds maar weer dat verhaal over Job.

Repin schilderde Job en zijn schijnheilige vrienden. Goed zo, jochie!!

Repin schilderde Job en zijn schijnheilige vrienden. Goed zo, jochie!!

Als je ouders streng en belijdend gelovig zijn en ze je met de karwats der juiste religieuze bedoelingen elke zondag weer naar het gebedshuis jagen, is het moeilijk, zo niet onmogelijk, om te eniger tijd die loden last van het irrationele geloof af te gooien. Kinderen maken het hun ouders graag naar de zin. Ook als de kinderen volwassen zijn. Bij het afzweren van het irrationele geloof blijft de schuld knagen. Wat zouden vader en moeder hier wel niet van zeggen?

Vooral de kinderen die gaan studeren en met “de wereld” in aanraking komen worden heen en weer geslingerd tussen de ascese en de moraliteit van het geloof en het hedonisme en het gebrek aan zelfbeheersing van de “decadente” seculiere studentenwereld. Zij ontmoeten interessante niet-gelovige mensen en maken kennis met de wetenschap die zich niet licht laat verenigen met de strenge dogma’s van de kerk.

Ik zit in de kerk. Op een harde kerkbank. Er hangt een geur van natte jassen en mest. De gemeente zingt dat het een lieve lust is. De dominee is even gaan zitten op een ongemakkelijk stoeltje dat in de preekstoel staat. Hij wist zich het voorhoofd met een witte zakdoek en bereid zich mentaal voor op de komende preek. Het zal gaan over Job. Job, de geweldenaar van God, die ondanks beproevingen van velerlei aard, toch bleef geloven in God den Here. Het wordt een soort van analogie. Maar dan toch weer net iets anders. Een verhaal dat in het hier en nu speelt, maar rechtstreeks is terug te voeren op Job. De dominee staat op nadat de laatste galmen van het hijgend hert zijn verstorven. Hij neemt een slok water en begint.

“Hij wordt geboren met een gouden lepel in zijn mond. In het kasteel waarvan de ruïnes net buiten het dorp liggen. Zijn moeder is een frivole telg uit een oud decadent grafelijk geslacht dat door intermitterende inteelt een aantal vreselijke erfelijke ziektes heeft weten te verzamelen. Zijn vader is afkomstig uit een familie van hardwerkende wagenmakers die zich elke generatie economisch verbeterde maar sociaal is blijven steken in de middeleeuwen. Zij noemen hem Boy. De beide ouders zijn door een grillige speling van het lot lid geworden van een Pinkstergemeente en vatten de religieuze taak serieus op. Elke zondag weer liedjes over de Heer zingen, veel met de armen zwaaien, gebedsgenezing en luisteren naar de voorganger, een op geld en macht beluste, seksueel gederailleerde en opgeblazen man die het bedrijven van de hypocrisie tot grote kunst heeft verheven. Boy groeit voorspoedig op en treedt op eenentwintig jarige leeftijd in de voetsporen van zijn vader als mededirecteur en partieel eigenaar van een grote keten bedrijven die handelen in auto-onderdelen. Of zoiets. Zijn zakenpartner is zijn neef Gaston, het stereotype van een manager, hebberig, keihard, fantasieloos en volstrekt egoistisch.

Tussenstuk: In het oude vervallen motel, gelegen in het niemandsland tussen hemel en hel ontmoeten God en Satan elkaar voor hun wekelijkse potje schaak en om de stand van zaken op de aarde door te nemen. Die Boy van jou, die heeft het toch maar goed, mijmert de satan.

Dat komt omdat hij zo diep gelovig is, antwoordt de Heer. Goed, oppert de satan, laten wij wedden. Ik pak Boy alles af. En we zullen zien of hij dan nog steeds zo diep gelovig blijft. Top!, zegt God. Doen we. Schaak!

Boy krijgt die vreselijke, genetisch vastgelegde, neurologische aandoening. Dankjewel moeder! Hij raakt verlamd. Rolstoelpatient. Zijn “zakenpartner” maakt, zoals van een manager valt te verwachten, misbruik van de situatie en steelt op “legale” manier het aandeel van Boy in het bedrijf. De vader en moeder van Boy sterven vlak na elkaar aan slopende ziektes. Boy zelf, geheel aan lager wal geraakt, komt in een opvangtehuis voor zwervers terecht en maakt al gauw contact met de slimme Mohammed, een devoot moslim en een toegewijd terrorist.

Mohammed zet aan Boy uiteen hoe de wereld werkelijk in elkaar zit. Ze worden dikke vrienden. Boy wordt moslim en krijgt vanwege zijn afschuwelijke ziekte enige bekendheid. Ondertussen hebben Mohammed c.s. op slinkse wijze toegang gekregen tot allerlei nucleaire geheimen. Boy draait volop mee in het complot. In de kelder van een verlaten villa in het Gooi wordt een nucleaire bom in elkaar geknutseld door enkele hoogopgeleide en technisch bijzonder begaafde moslimbroeders. Boy bezit een aangepaste bestelwagen waarin hij zijn rolstoel kan vervoeren. Van deze bestelwagen maken de terroristen gebruik om de bom naar een huis in de Amsterdamse wijk “De Baarsjes” te rijden. “s Nachts wordt de bom uitgeladen en in de kelder geplaatst. Boy rijdt weer terug naar het Gooi. Die nacht krijgt hij een droom. In die droom verschijnt zijn overleden vader aan hem. Zijn vader kan met zekerheid bevestigen dat er geen sprake kan zijn van “Geloof”. Het is allemaal bedrog. Boy zweert die zelfde nacht nog elke vorm van “Geloven” af!! In de vroege ochtend wordt de nucleaire bom tot ontploffing gebracht. Een groot deel van Amsterdam wordt van de kaart geveegd. Er zijn vele honderdduizenden slachtoffers te betreuren. Het land is volledig ontredderd. Boy maakt een einde aan zijn leven. Niemand merkt het.

Eindspel: God moet zijn meerdere erkennen in de Satan. Satan toont geen triomferend gedrag. Eerder is zijn houding berustend. Voor hem zijn de gebeurtenissen vanzelfsprekend. Hij haalt zijn scherp snijdend mes der laatste dagen tevoorschijn en snijdt in een houw God de keel door. Met gebroken ogen stort God neer.

In de zon woeden nucleaire processen die tot een hoogtepunt komen waardoor de zon verandert in een rode reus. De aarde wordt verzwolgen en wat rest is een gloeiende sintel die gedoemd is om tot het einde der tijden het universum te doorkruisen”.

Diezelfde zondag nog wordt de dominee de wacht aangezegd door de kerkeraad. Maar ze zijn te laat. De dominee heeft zijn biezen reeds gepakt en is afgereisd naar Rio de Janeiro, alwaar hij tot op de dag van vandaag een liederlijk leven van seksuele ontucht en materiële onmatigheid leidt. Om hem heen zindert de zonde, maar zijn ziel is van roestvrij staal. De dominee handhaaft zich en weet zelfs nog enige vreugde uit zijn leven te persen. Alleen hij kent de waarheid. Maar hij zal zwijgen.

1 reactie

Opgeslagen onder Uncategorized

Iets over Kandinsky.

Kandinsky dunne zwarte lijnen Kandinsky kronkelende zwarte lijn Kandinsky Witte curve kandinsky.yellow-red-blue Kandinsky_WWI

 

 

 

 

 

 

 

 

Onlangs hield ik een soort lezing voor oude mensen over Kandinsky. Ik liet afbeeldingen van zijn schilderijen zien. De meeste aanwezigen vonden het maar helemaal niets. Het sprak hen niet aan. En er was er zowaar nog een – hoe is het mogelijk! –  die dacht dat haar neefje van vier jaar oud zoiets ook wel zou kunnen maken. Zij dacht tevens dat Bauhaus een Duitse meneer was die ook maar een beetje willekeurig en primitief met een verfkwast rondzwaaide. Rembrand sprak haar om begrijpelijke redenen veel meer aan.

Ik vind Kandinsky een fantastische schilder omdat hij, net als muziek dat kan doen, rechtstreeks tot mijn hart spreekt. Er komen geen storende voorwerpen of objecten tussen.

Omdat ik hem zo goed vind heb ik iets over hem geschreven. Het is wel een beetje een pompeus verhaal geworden, maar dat moet u maar voor lief nemen. Ik heb de schilderijen van Kandinsky nog nooit in het echt gezien en moet me tot nu toe tevreden stellen met een boek waarin een aantal van zijn mooiste schilderijen te zien zijn. Er zijn hele horden artifartiereutelkonten die vinden dat je niets over een schilder kan zeggen als je zijn schilderijen niet in het echt hebt gezien. Fuck them!!!!! Gelukkig maak ik zelf wel uit hoe ik artistiek aan mijn gerief kom.

Het boek dat ik bedoel is voor 9,99 euro te koop bij boekengrootgrutter Bol.com en heet: “KANDINSKY”, geschreven door Hajo Duchting en uitgegeven bij Taschen te Keulen. Ik heb de bladzijden aangegeven met de mooiste schilderijen etc.

Hieronder kunt u dus lezen wat ik meende over Wassily Kandinsky te moeten schrijven:

 

“Wassily Kandinsky speelde een sleutelrol in de beweging die, omstreeks 1910, de schilderkunst bevrijdde uit de bedompte kerkers van de figuratieve dienstbaarheid. Hij was op het terrein van de schilderkunst een waarachtige pionier met, ook nu nog, heel veel volgelingen; van alle vormen van de abstracte schilderkunst is er nauwelijks een die hij niet zelf initieerde of waarmede hij niet zelf experimenteerde. Zijn invloed is beslissend en vèrstrekkend geweest. De reden is, achteraf gezien, voor de hand liggend. Het was vooral de helderheid van zijn benadering die werd geëvenaard door een niet aflatende morele rechtschapenheid en een gezaghebbend leiderschap. Zich ontwikkelend van lyrische kleuruitbarstingen tot een vlekkeloze, architecturale organisatie (Bauhaus) en een diep ingrijpend uitproberen van allerlei puur verzonnen vormen, won zijn werk geleidelijk en op harmonieuze wijze aan sterkte en spirituele kracht totdat het uiteindelijk zijn hoogtepunt bereikte in het concept van één grote cosmische synthese.
Er viel niets “dogmatisch” aan zijn ideeën over kunst te bespeuren. Kandinsky was zich volledig bewust van de grote reikwijdte van de vele mogelijkheden die open stonden voor de moderne kunstenaar. Mogelijkheden die groter waren dan ooit tevoren. Hij zocht de voor de toekomst meestbelovende mogelijkheden op en trachtte anderen daarvoor, door het geven van het goede voorbeeld, te winnen. Als een vakman, die zijns gelijke niet kende, stelde hij alle vaardigheden die hij bezat ten dienste van intuitie en intelligentie. Hij voelde zich niet gebonden aan starre discipline, maar stelde zich enthousiast tot doel om het terrein van de schone kunsten dusdanig te verruimen dat het alle soorten van kennis kon omvatten. Zijn ideaal was het streven naar en het tot stand brengen van een algemeen geldige synthese van schilderkunst en muziek, van wetenschap en filosofie.
Geboren op 4 december 1866 in Moskou, verenigde Kandinsky in zijn persoon zowel oosterse als westerse cultuur-elementen. De familie van zijn vader kwam uit Siberië (daar naar toe verbannen door een vorige autocratische Tsaar). Een van zijn voorouders zou een Aziatische prinses zijn geweest. Als kind, en dat is van wezenlijk belang voor zijn verdere ontwikkeling, werd hij op een overweldigende wijze geïmponeerd door de kleurenpracht van de natuur. Hij studeerde muziek (piano en cello), rechtswetenschappen, staathuishoudkunde en etnografie en pas nadat hij zich grondig had bekwaamd in elk van deze studies (afgestudeerd in de rechtswetenschappen en de staathuishoudkunde. Ph.D) besloot hij toch om kunstschilder te worden. Ondanks het feit dat hem op die andere terreinen een briljante toekomst leek te wachten!

 

In 1896, 30 jaar oud, schreef Kandinsky zich in bij één van de kunstakademies van München. Hij werd helaas niet meteen toegelaten en begon daarom zichzelf op eigen kracht in de schone kunst van het schilderen en het tekenen te bekwamen. In die periode bezocht hij een tentoonstelling waar het werk van Claude Monet werd geëxposeerd. Hier werd hij in het bijzonder getroffen door de impressionistische stijl waarmede Monet zijn “Hooischelven” had geschilderd. Door deze reeks doeken van Monet kreeg Kandinsky een bijzonder krachtige sensatie van kleur, een gewaarwording die eigenlijk bijna geheel los stond van de door Monet geschilderde hooischelven zelf. Later zou hij over deze beleving het volgende schrijven: “Het was een hooischelf, vertelde de catalogus me. Ik kon deze echter niet herkennen. Ik vond dat de schilder niet het recht had om zo onduidelijk te schilderen. Dom genoeg voelde ik dat het onderwerp van het schilderij miste. En ik bemerkte tot mijn verbazing en mijn verwarring dat het schilderij mij niet alleen danig had aangegrepen, maar dat het zich zelfs onuitwisbaar in mijn herinnering had genesteld. “Schilderen” kreeg voor mij een sprookjesachtige kracht en een ongekende grootsheid”.

 

Na een verblijf van twee jaar in München op de kunstacademie, begon Kandinsky veel te reizen en verbleef hij langere tijd in Nederland, Frankrijk, Tunesië en Italië. Gedurende deze leerjaren leidden zijn experimenten met het impressionisme en het post-impressionisme er alleen maar toe dat zijn herinneringen aan het romantische en mythische Rusland uit zijn jeugd steeds pregnanter werden waardoor zijn werk langzaam het karakter kreeg van een soort mystieke zoektocht, van een hunkering naar de terugkeer van een verloren ideaal (blz.: 6 Rijdend paar, blz. 8: Het volle Leven, blz.9: Zondag. Oudrussisch) Uiteindelijk ging hij ten zuiden van München, in Murnau, wonen en schoof hij met zijn stijl langzaam op van intens gekleurde interpretaties van echte landschappen naar het uitbeelden van krachtige visioenen van gedroomde of verbeelde werelden, waarin botsende krachtlijnen en als het ware opstijgende kleurvlakken het creatieve gebaar met al zijn oergeweld en vitale energie opnieuw bevestigen (blz. 16: Kerkhof en pastorie in Kochel, blz. 23: Gezicht op Murnau met spoorweg en slot, blz. 24: Studie voor Compositie II, blz. 28 en 29: Berg. En Kerk in Murnau, blz. 32 Lyrisch) Dit betekende het begin van Kandinsky’s grote dramatische periode en de geboorte van de abstracte kunst. Vanuit de volheid van zijn innerlijk schiep de schilder lijnen, vlakken en vormen die voor het eerst in de geschiedenis volkomen autonoom genoemd kunnen worden. De schilderijen van Kandinsky raakten volledig gedematerialiseerd, bevrijdden zich volledig van de knellende banden van ‘het object’ , van de verslaving aan ‘het voorwerp’, en vertolkten en belichaamden daardoor des te beter de spirituele waarden die aan hen ten grondslag lagen (blz. 36: Schilderij met zwarte boog, blz.39: Zonder titel. Eerste abstracte aquarel, blz. 43: Schilderij met witte rand, blz. 49: Zwarte strepen, blz. 50: Compositie VI (beroemd), blz. 52: Compositie VII) Tezelfdertijd, terwijl hij bezig was met het maken van deze baanbrekende aquarellen en olieverfschilderijen, schreef en publiceerde hij de historische verhandeling over de resultaten van zijn overdenkingen en zijn experimenten, “Spiritualiteit en abstractie in de kunst” geheten. Deze ontwikkeling, die de muziek al had doorgemaakt, breidde zich al snel uit naar andere vormen van artistieke creativiteit, zoals de literatuur, het theater, de binnenhuisarchitectuur etc. De beweging ontwikkelde zich min of meer tot een levensstijl en werd met name expliciet getoond en verduidelijkt tijdens tentoonstellingen en door publicaties van de kunstbeweging “Der Blaue Reiter” in het München van de jaren 1911 en 1912. Wassily Kandinsky was de drijvende kracht achter deze kunstbeweging en hij werd hierin bijgestaan door de kunstschilder Franz Marc (gestileerde schilderijen van allerhande dieren) en door de moderne componisten Arnold Schönberg, Anton von Weber, Thomas von Hartmann en Alban Berg.

 

De terugkeer van Kandinsky naar Rusland na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog op 5 augustus 1914 betekende geen breuk in zijn kunstzinnige ontwikkeling. Eerder nog won zijn kunst aan breedte en sereniteit (blz. 55: Improvisatie ravijn, blz.56: Moskou I, blz.63: Witte streep. Vind ik een van zijn mooiste schilderijen uit die russische periode) Zijn vertrouwen in de mogelijkheden om te komen tot een nieuw humanisme zette hem ertoe aan om actief deel te nemen aan de reorganisatie van de Russische musea en kunstscholen van na de revolutie. Maar het was pas veel later, nadat hij was teruggekeerd naar Duitsland en daar al gauw leraar werd bij het beroemde “Bauhaus”, dat zijn pogingen in dat opzicht vruchten af begonnen te werpen. Ook begon toen zijn levenslange en hechte vriendschap met Paul Klee, die eveneens als leraar was verbonden aan het Bauhaus te Dessau.

 

Bij het Bauhaus maakte Kandinsky een nieuwe start en ging meer op een “wetenschappelijke” basis werken. Schilderend in een voornamelijk sterk dynamische stijl, die beweging, groei en voortdurende verandering moest uitdrukken, werkte hij voor zichzelf een nauwkeurig en gedetailleerd idioom uit, te weten een formulering van punten en lijnen, die met elkaar samenwerken, maar elkaar ook tegenstreven en wel zodanig dat zij tezamen een artistiek coherent geheel creëerden van gebogen lijnen, cirkels en markante kenmerkende geometrische vormen. Dit scala aan artistieke elementen, met behulp waarvan hij ook een aanzienlijke hoeveelheid grafisch werk opbouwde, was voor Kandinsky zowel een onderzoeksmiddel als een manier waarop hij zich artistiek kon uitdrukken. Tegelijkertijd combineerde hij dit samenstel van lijnen, punten, cirkels en andere geometrische figuren op geniale wijze met een grote variëteit aan rustige en verlokkelijke kleuren. Deze gedachteconstructies met hun nauwgezette symboliek en bijna bouwkundige volheid en overvloed zijn exacte projecties van juist die psychische en spirituele werkelijkheden die een kunstenaar als eerste in zijn innerlijk bespeurt en die hij vervolgens, gedragen door zijn dramatische creatieve bezieling, in beeld omzet (blz.70: Enkele cirkels, blz.72: Compositie VIII, blz. 73: In blauw. Vind ik prachtig, blz. 75: Geel – rood – blauw. Van een oneindige schoonheid!!).

In 1933, toen de nazi’s aan de macht waren gekomen in Duitsland en het Bauhaus door hen werd gesloten (eigenlijk verboden), zocht Kandinsky zijn toevlucht in Frankrijk, alwaar hij de laatste elf jaar van zijn leven doorbracht en ijverig doorwerkte aan de uiteindelijke transcendentale synthese van zijn ideëen en ontdekkingen, zich daarbij, zoals altijd, gesteund wetend door zijn nauwe contact met de vitale, onzichtbare krachten van deze wereld. Deze krachten legde hij vast door de solide sturing van zijn schildershand en met de bezieling van een hernieuwd gevonden gevoel voor kleur-intensiteit, zijnde kenmerken van rustig gerijpte kracht bij een kunstenaar met een niet aflatende vastberadenheid en een duidelijk doel voor ogen (blz.78: Hemelblauw, blz. 81: Tedere opstijging. Van een verbluffende schoonheid!!, blz. 82: Compositie IX, blz. 84: Dominerende curve, blz. 88: Compositie X. Ook een fantastisch hoogtepunt. Blz. 91 : Zonder titel. Gouache. Dat is een met dekkende waterverf gemaakt schilderij waarbij de ondergrond niet meer zichtbaar is)
Ondanks de oorlog en zijn ontberingen ontwikkelde het oeuvre van Kandinsky zich nog steeds met onverminderde vitaliteit tot zijn dood in 1944 (vergevorderde arteriosclerose, slagaderverharding: degeneratie van de wand van de slagaders)
In 1937 “zuiverden” de nazi’s de Duitse musea door die kunstwerken te verwijderen die zij gedegenereerd, als ontaarde kunst ( “entartete Kunst” : De wikipedia zegt hier o.m. over  “Het is ironisch dat het concept Entartete Kunst aan het eind van de negentiende eeuw voor het eerst werd voorgesteld door de zionistische leider Max Nordau, aangezien de nazi’s juist de joden als de kwade genius achter de moderne kunst zagen. In feite werden de joden ervan beschuldigd door middel van de kunsten onder andere het raciale bewustzijn, de politieke macht en de militaire weerbaarheid, maar bovenal de morele kracht van het Duitse volk te ondermijnen. Deze zaken konden volgens het nazisme niet los van elkaar gezien worden. Aangezien de ‘entartet’-verklaarde kunstenaars het werken al vlak na de nazi-machtsovername in 1933 onmogelijk was gemaakt door onder andere een Berufsverbot, emigreerden velen van hen, zoals Erich Heckel en Friedrich Vordemberge-Gildewart. Verschillende kunstenaars met een joodse achtergrond overleden in de concentratiekampen (Holocaust). Anderen zoals Otto Dix belandden in een gevangenis. Bepaalde, zoals Ernst Ludwig Kirchner pleegden zelfmoord als gevolg van deze kunstpolitiek. Weer andere controversiële kunstenaars, zoals Egon Schiele en Karl Schmidt-Rottluff, werden doodgezwegen door de nazi’s. Honderden werken werden in beslag genomen en ateliers werden vernield. ) beschouwden”.

 

In 1939 werden meer dan 1000 olieverfschilderijen en bijna 4000 aquarellen en tekeningen van moderne “entartete” kunstenaars, waaronder Marc Chagall, Paul Klee, Piet Mondriaan, Franz Marc etc. verbrand op de binnenplaats van een brandweerstation in Berlijn”.

 

O ja, inmiddels is de belangstelling voor meneer Kandinsky, na jarenlange stilte, weer explosief groeiende, kennelijk. Gezien zijn “genie” kan ik dit alleen maar toejuichen. Overigens kun je je afvragen of kunst nog kunst is als niemand kennis kan nemen van die kunst behalve de scheppende kunstenaar zelf. Er zijn veel kunstenaars die het creatieve proces belangrijker vinden dan het resultaat, waardoor het publiek min of meer buitenspel komt te staan. Hoeveel kunst bestaat en bestond er niet die nooit het publiek heeft bereikt?

5 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized