Maandelijks archief: oktober 2021

Wat is fascisme. Kunnen wij onze samenlevingen proto fascistisch noemen?

Omdat ik wat ouder wordt denk ik wat vaker aan het einde dat uiteindelijk iedereen te wachten staat en ben ik tevens wat meer geneigd om de mij omringende werkelijkheid wat effectiever en aandachtiger te aanschouwen en overdenken. Nog niet zo geleden heb ik een korte studie inzake het fascisme afgesloten en om te voorkomen dat mijn geschrijf in een digitale prullenbak belandt zet ik het op mijn blog Wereld en Verwondering. Reden voor deze korte studie was het gegeven dat het mij steeds meer opvalt op welk een willekeurige en nonchalante wijze men omgaat met het woord FASCISME. Ik schrijf het woord met hoofdletters omdat ik vanwege mijn digitale onkunde niet weet waar ik de aanhalingstekens kan vinden.

Hieronder gelieve u dus mijn samenvatting van genoemde studie aan te treffen, dewelke desalniettemin voor een samenvatting best wel uitgebreid is.

Wat is fascisme?

Een korte inleiding tot en een beknopte geschiedenis van dit politieke fenomeen.

2017

Inleiding.

Allereerst wil ik in kort bestek verduidelijken waarom ik “Het Fascisme” een boeiende, edoch uiterst verwerpelijke, uitwas beschouw binnen het palet van sociaal-economische-politieke ideëen. Sinds de opkomst van het rechts – populisme bemerk ik hoe mensen elkaar steeds vaker menen te moeten uitmaken voor ‘fascist’. ‘Fascist’ is een beladen woord. Zijn negatieve lading kreeg dit woord vooral door wat de nazi’s/fascisten gedurende de Tweede Wereldoorlog teweegbrachten in Europa. Derhalve werd ‘fascist’ een scheldwoord met een zeer duistere lading.

Het is daarom, mijns inziens, verstandig, maar ook vooral interessant om eens na te gaan wat “Fascisme” nu precies betekent. Bijna iedereen is de mening toegedaan dat ‘fascisme’ iets heel erg slechts is. En voilà, daar stuiten we dus meteen al op een levensgroot probleem. Namelijk wat is slecht? En wat is goed? Is er überhaupt wel een mondiale objectieve ethiek die als basis kan dienen voor het denken en doen van de homo sapiens? Is de mens eigenlijk wel in staat om een solide objectief beeld te hebben van goed en kwaad? De meeste mensen die ik ken, denken overigens bijna allemaal dat zij daartoe zeer wel in staat zijn! Maar ik heb zo mijn twijfels.

Er zijn dienaangaande een aantal elkaar overlappende mogelijkheden. 1. De mens importeert een zedenleer uit “een gebied” dat buiten de door ons te kennen werkelijkheid ligt. Deze zedenleer concretiseert vervolgens in de vorm van sacrale ethische dogma’s. De belangrijkste ethische regels worden meestal vastgelegd in een heilig boek. En de nadere uitwerking van deze ethiek geschiedt dan in de praktijk via apocriefe geschriften, grondwet, wetboeken, regels en richtlijnen etc.. 2. Echter, bij ontstentenis van een wetgevende god zal de ongelovige mens zelf een zedenleer moeten bedenken, die dan, mijns inziens niet toevallig, vaak weer heel veel lijkt op de ethische regels der godvruchtigen. Op die wijze verschijnen er gigantische gedachtenconstructen zoals socialisme, liberalisme, communisme, anarchisme, fascisme die de plaats van een dogmatische god gaan innemen. Gedachtenconstructen overigens, die op hun beurt bijna zelf weer tot religies verworden, inclusief de aanklevende ethiek. 3. Een andere mogelijkheid is om via empirie, via de wetenschap te geraken tot een objectieve ethiek. De weg van Darwin dus, de weg van de evolutiebiologie. Wat de ethiek betreft is dit een min of meer doodlopende weg. De evolutie kent namelijk geen ethisch goed of kwaad. De evolutie is een causaal sequeel van gebeurtenissen dat zich ‘at random’ lineair door de tijd ontwikkelt. Er is geen kenbaar ontologisch doel en er is geen ultieme zingeving die de mens kan kennen. Je zou kunnen zeggen. De mens is ( nog ) geen god.

Heel kort samengevat: God, Ietsisme of Wetenschap. Ik concludeer zelf dat er geen absolute ethiek is. Ethiek wisselt afhankelijk van de cultuur waarin men opgroeit en leeft. Er zijn dienaangaande verschillende ‘politieke’ stellingnamen, overtuigingen, mogelijk. Bijvoorbeeld: 1. Ik kies altijd (en indien nodig ten koste van mensen met een andere cultuur en dus met andere normen en waarden) voor de ethiek van mijn eigen cultuur en zie deze als mijn enige echte waarheid inzake goed en kwaad. 2. Maar men kan ook uitgaan van het zgn cultuurrelativisme en beseffen dan jouw cultuur er slechts een is tussen vele andere culturen met ieder zijn eigen authentieke normen en waarden. Hierdoor kunnen jouw eigen culturele normen en waarden iets minder absoluut en dogmatisch worden, waardoor je wellicht iets meer gaat open staan voor de waarden en normen van andere culturen. 3. Een andere mogelijkheid is om uit te gaan van een uiterst individuele, en autonome ethiek. Dus van een ethiek die niet zo zeer gebonden is aan de waarden en normen van anderen, maar daarentegen gebaseerd is op een eigenstandige, intrinsieke, autonome en individuele zedenleer. Ik ben zelf meer van dat laatste. Mijn ethiek cirkelt rond twee cruciale criteria t.w. Liefde ( naastenliefde, empathie) en redelijkheid .

En van het fascisme weet ik in ieder geval dat het niet voldoet aan genoemde criteria. Het fascisme is liefdeloos, meedogenloos en irrationeel. Maar daarover hieronder dus meer.

Geraadpleegde literatuur:

“Wat is Fascisme?” Robin Te Slaa. Uitgeverij Boom. Amsterdam. Robin Te Slaa is historicus en publicist. Hij doet al jarenlang onderzoek naar het Fascisme en de noodlottige aantrekkingskracht die daarvan uitging.

“De Anatomie van het Fascisme”. Robert O. Paxton. Uitgeverij Bert Bakker. 2005. Slecht vertaald door Edzard Kroll. Paxton is een inmiddels 85 jarige politicoloog en historicus. Harvard professor.

“Fascism, The Career of a Concept”. Paul E. Gottfried. Uitgeverij: Northern Illinois University Press. DeKalb 60115. 2016. De geschiedenis van het concept “Fascisme” en het misbruik dat men van dat woord heeft gemaakt. Gottfried is een filosoof, historicus en columnist.

Wikipedia. “Fascisme” Portaal: Politiek. Dit artikel is een deel van de reeks over politiek. Thema: Ideologie. Onderwerp: Fascisme.

“Fascism” Essay van Robert Soucy. Soucy is een Amerikaanse historicus die in het debat m.b.t. De Franse fascistische collaborateurs een controversiële positie inneemt. Hij beschuldigt de top van het Franse bedrijfsleven ervan de grote fascistische bewegingen tijdens en vlak voor de oorlog te hebben gesteund, overigens net zo als dat in Duitsland gebeurde. Zie ook de Wikipedia-pagina over Robert Soucy.

“Ur – Fascism. Umberto Eco. Een artikel over het ‘eeuwige fascisme”. Hij noemt 14 kenmerken van dit Ur-Fascismus. Ik vind het vrij verward en pretentieus geschreven en maakt niet echt veel duidelijk over het concept “Fascisme”. Artikel stond in de ‘New York Review of Books (22-06-1995)

Er zijn natuurlijk nog veel meer boeken en artikelen geschreven over het fascisme, maar ik vond bovenstaande voldoende om mij enigszins een beeld te vormen over het berip “Fascisme”.

Ook heb ik de biografie van Ian Kershaw over HITLER gelezen (Twee dikke pillen). Ik vond dat een echt meesterwerk. De biografie over Mussolini van Nicholas Farrell vond ik beduidend minder. Als je geschiedenis schrijft moet je voorzichtig zijn en zoveel mogelijk objectief blijven.

Definitie.

Het fascisme heeft een aantal basiskenmerken die het doet verschillen van andere politieke stromingen. Deze basiskenmerken zijn volgens mijnheer Wikepedia de volgende:

Het fascisme is de tegenstander van zowel de traditioneel linkse als rechtse politieke partijen.

Het fascisme minacht contemporaine conservatieve instellingen ( kerk, vakbonden etc.)

Het fascisme vereert machtsvertoon en het gebruik van geweld, voor zover dat is gericht op de omverwerping van de bestaande maatschappelijke orde.

Het fascisme kent een autoritaire structuur met aan het hoofd daarvan een leider aan wie charismatische eigenschappen worden toegeschreven.

Het fascisme streeft naar de instelling van een politieke dictatuur.

Het fascisme streeft naar een totalitaire staat – de volledige controle over het maatschappelijke leven en de sociale en culturele organisaties.

Het fascisme is extreem en virulent nationalistisch.

Het fascisme pleit voor een continue strijd om de eigen natie te kunnen doen overleven te midden van andere staten.

Het fascisme berust in hoofdzaak op de maatschappelijke middenklasse.

Het fascisme streeft naar sociale eenheid en de opheffing van alle bestaande klassen en belangentegenstellingen.

Geschiedenis van het fascisme.

Het fascisme heeft een ietwat diffuse geschiedenis, zeker voor de Eerste Wereldoorlog. Het vindt zijn oorsprong aanvankelijk in het omstreeks 1900 opkomende extreme nationalisme, dat op zijn beurt weer een symptoom was van het opbloeiende neo-romanticisme. Daarnaast bestond er ook nog zoiets als het nationaal-syndicalisme, een stroming die voortkwam uit het gedachtegoed van George Sorel ( 1847 – 1922). Sorel was een Franse filosoof en een theoreticus van het revolutionair syndicalisme. Hij was een Marxist en een socialist en werd sterk beïnvloed door Proudhon (Anarchist, “La propriéte c’est le vol), Karl Marx natuurlijk en Henry Bergson (L’élan vital). Zijn bekendheid genoot George Sorel door zijn eloquente verdediging van het gebruik van geweld en zijn idee van de kracht van de mythe in het leven van mensen (grootse, inspirerende en meeslepende verhalen die niet per se op de volledige waarheid hoefden te berusten) Mythen die zowel Marxisten als fascisten inspireerden. Vooral de noodzaak c.q. de verering van geweld en het creëren van genoemde inspirerende mythen spraken de fascisten erg aan.

Ook het gedachtegoed van Friedrich Wilhelm Nietzsche heeft, overigens zeer waarschijnlijk buiten de wil van Nietzsche om, een vrij grote invloed gehad op het theoretische fundament van het fascisme. Nietzsche stond bekend als de filosoof met de hamer. Zijn grote inspirator was Arthur Schoppenhauer, wiens metafysica van de wil hij min of meer overnam, maar er wel andere consequenties aan verbond. Nietzsche was de dionysische levenshouding toegedaan, de bevestiging van de ‘Levenswil’ en was de bedenker van het begrip “Der Wille zur Macht”. De levensontkennende slavenmentaliteit van de joods-christelijke traditie had volgens hem afgedaan. Hij sprak van een ‘Slavenmoraal’, die was ontstaan als verzet tegen de heersende orde. De slavenmoraal is een moraal die een externe oorzaak heeft. Zij is dus altijd reactief. Daar tegenover stelde Nietzsche de ‘Heersersmoraal’, zijnde de moraal die zonder invloeden van buitenaf ontstond. De Heersersmoraal is de moraal voor degenen die uit ware kracht sterk, mooi en voornaam de wereld tegemoet willen treden. De Slavenmoraal staat volgens Nietzsche voor alles wat zwak is, maar vooral ook sluw teneinde uit bedrog macht te verkrijgen. Kortom eigenlijk best wel een krankzinnig idee. Als prominent NSDAP-lid wist zijn zuster (Elisabeth Förster – Nietzsche) Nietzsche te verheffen tot geestelijk voorganger van het nationaal-socialisme. Met begrippen als “Herrenvolk” , “Unter-mensch”, “Über-mensch”, en “Der Wille zur Macht” is het geen wonder dat het fascisme, dankzij Frau Förster, dankbaar gebruik ging maken van de ‘filosofie’ van Nietzsche.

Er waren voor de Eerste Wereldoorlog dus wel wat bewegingen die als min of meer fascistisch konden worden aangemerkt, maar als deze oorlog niet was uitgebroken zouden ze hoogstwaarschijnlijk als irrelevant op de mesthoop van de geschiedenis terecht zijn gekomen. Echter, de oorlog brak wel uit en stortte Europa in een gigantische sociaaleconomische crisis met enorme geopolitieke gevolgen. Het continent bleef na 1918 mentaal en materieel totaal ontwricht achter. Miljoenen soldaten keerden getraumatiseerd terug uit de oorlog en konden ternauwernood nog aarden in de burgermaatschappij. De werkeloosheid was enorm. Het Italië van het Interbellum en de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog speelt bij het ontstaan van het reëel bestaande fascisme een doorslaggevende rol. Daarom sta ik langer stil bij de Italiaanse geschiedenis dienaangaande dan bij de Duitse.

De Italianen waren in WO I totaal vernederd. Bij de slag van Carporetto (Oostenrijkse Karfreit) aan de rivier de Isonzo (grens tussen Italie en de Donaumonarchie werden de Italianen massaal overlopen door de Oostenrijkers en slechts met behulp van de Fransen en de Engelsen konden de Oostenrijkers vijftig kilometer van Venetië worden tegengehouden en hen weer terugdringen. Ondanks de beschamende militaire nederlaag van Italië behoorde Italie toch tot de overwinnaars. Zij kregen bij de vredesbesprekingen echter niet datgene wat ze hadden verwacht. En zo kon er ressentiment ontstaan

De tijd leek rijp voor fascisme in Italië, dat op de rand van een burgeroorlog stond door de steeds verder oplopende spanningen tussen socialisten en fascisten. In maart 1919 richtte een zekere Benito Mussolini in Milaan de zgn. “Fasci Italiani di Combatimento” op. Deze “Fasci” waren fascistische knokploegen, veelal bestaande uit geharde en gelouterde veteranen (m.n. De zgn “ Arditi “ – keurkorps van commando’s – speelden een belangrijke rol). Zij bestreden de communisten en de socialisten. De liberale regering was veel te zwak om in te grijpen en de zwarthemden konden hun destructieve en moordzuchtige gang gaan;hierbij financieel, materieel en politiek gesteund door de grootgrondbezitters, fabriekseigenaren, maar ook door kleine landbouwers met een eigen bedrijfje waarvan er sinds het begin van de oorlog steeds meer waren. De socialisten, die de verkiezingen in 1919 hadden gewonnen, verloren door bruut geweld en intimidatie van de fascistische knokploegen steeds meer terrein in Noord-Italië. In 1921 werden de Fasci di Combatimento omgevormd tot een politieke partij onder de naam “Partito Nazionale Fascista. Na de mars op Rome van de zwarthemden werd Mussolini door Koning Emanuel III benoemd tot premier. De fascisten kwamen met 38 zetels in het parlement van Italië. Na de moord op de vooraanstaande en alom gerespecteerde sociaaldemocraat Giacomo Matteotti in 1924 door fascistische knokploegen, die mogelijk op bevel van Mussolini handelden, waardoor Mussolini enorm veel ‘goodwill’ verloor bij zeer veel Italianen, maakte de “Duce” een einde aan de parlementaire democratie en veranderde, overigens onder zware druk van de leiders van de fascistische knokploegen (Roberto Farinazzi, Italo Balbo etc.) Italië in een fascistische machtsstaat.

In Duitsland kwam in 1933 de fascist Adolf Hitler aan de macht, ook hier met behulp van de reactionaire conservatieven (Hindenburg, von Papen etc.) en de macht van de grootindustriëlen (Krupp, Siemens, IG-Farben, Daimler-Benz etc.). Het dreigende communisme was ook hier de gemeenschappelijke vijand. Na de Rijksdagbrand grepen de nazi’s de macht en veranderde Duitsland in een fascistische politiestaat. Was bij de Italianen “De Staat” de kern van hun doctrine, in Duitsland lag dat net even anders. De kern van het nazi-dom lag in de etnische factor. Het raszuivere volk, “Das gesundes Volksempfinden”, “Lebensraum” voor de Arische Horden.

Zowel Hitler als Mussolini zijn dus met behulp van conservatieven en grootindustriëlen op legale wijze aan de macht gekomen, waarna ze vanuit die positie op geweldadige wijze de absolute macht hebben gegrepen en aldus een reëel bestaande fascistische staat creëerden.

Bij het begin van het verhaal heb ik al een definitie van Fascisme gegeven. Maar e.e.a. behoeft naar mijn mening wel nadere uitwerking. Wat is fascisme nu precies?

Ideologie.

Ideologisch gezien is er bij het fascisme sprake van twee componenten t.w. rationeel versus irrationeel. In rationele zin verkondigt het fascisme “De Staat” als de kern van zijn doctrine. Voor de fascistische ideologen is de staat geen verzameling van individuen, maar een zelfstandig organisme van hogere orde, een macht, die alle vormen van zedelijk en verstandelijk leven van de mens samenvat en in zich verenigt. Deze staat is totalitair in de zin, dat hij de wil en het verstand van ieder individu omvat. In deze staatsconceptie bezitten alle individuen en groepen wel een eigen functie, maar ieder afzonderlijk geen levensvatbaarheid. Hun bestaan krijgt slechts zin en waarde door de staat, zodat Mussolini kon verklaren ‘Alles in de staat, niets tegen de staat, niets buiten de staat. De fascistische staat is ook absoluut van aard. Het vindt de normen van zijn gedrag in zichzelf. Het gezag is het onaantastbare bezit van de staat. Reden waarom binnen het fascisme een grote betekenis wordt toegekend aan de hiërarchie.

Het fascisme vervangt de rechtsstaat – immers slechts de speelbal der individuen – door de machtsstaat. Er is altijd sprake van een charismatische ultieme leider. De scheiding der machten – de Trias Politica – wordt verworpen en er wordt complete suprematie gegeven aan de uitvoerende macht. Politieke partijen worden verboden en ontbonden en de fascistische partijstaat wordt ingevoerd. Alle persoonlijke vrijheden worden opgeheven.

De beroepsbevolking wordt georganiseerd in zgn. corporaties. Het zijn fascistische corporaties, zuivere staatscorporaties zonder rechtspersoonlijkheid. Deze corporaties werden instrumenten in handen van de staat.

Maar er zijn ook vele irrationele elementen binnen het fascisme. Het stelde intuïtieve schouwing van het geheel tegenover de logische analyse, avontuur en gevaar tegenover veiligheid, de wilde worsteling tegenover de ‘gezapige’ vrede, de daad tegenover de redenering, de held tegenover de denker, de macht en het geweld tegenover het recht en ten slotte de mythe tegenover de wetenschap. Mussolini noemde het fascisme een religieuze conceptie, die de mens beschouwt in zijn betrekking tot een hogere wet, die boven het individu uitstijgt en het opvoedt tot de waardigheid van lid van een geestelijke gemeenschap. Het fascisme werd verkondigd als een geloof.

De mythe speelt dus een grote rol in het fascisme. De mythen van de staat en zijn charismatische leider deden in brede kringen opgeld, waarbij de “Duce” kon poseren als halfgod in de rol van verlosser.

Hieronder volgen nog wat ideologische trekken van het fascisme.

Bijvoorbeeld: Het Leidersbeginsel.

Het fascisme gaat uit van collectivisme. De groep, collectief of natie gaat altijd boven het belang van het individu. Men dient kritiekloos te gehoorzamen. Democratische besluitvorming past niet in dit model; dit was alleen maar ‘vertragend geleuter’ volgens de meeste fascisten.

Een ander kenmerk is: Nationalisme. Fascisme is zeer sterk nationalistisch getint. De eigen cultuur wordt als superieur aan andere culturen verheerlijkt. Er zijn sterke racistische elementen aanwezig, die tot stuitende xenofobie leiden, tot pogroms, massavervolgingen, deportaties en agressie jegens buurlanden. Er worden hele groepen als zondebokken aangewezen. Fascisten houden dergelijke groepen verantwoordelijk voor alles wat er mis is in het land. Deze groepen moeten dan ook zo snel mogelijk onschadelijk worden gemaakt. Veel voorkomende zondebokken zijn Joden, mensen met een donkere huidskleur, Roma, vrijmetselaars, communisten, homoseksuelen, gehandicapten, pacifisten, moslims, vluchtelingen, asielzoekers etc.

Ook heeft het fascisme uiteraard specifieke opvattingen over wat wij “Normen en Waarden” noemen. Oude normen, waarden en tradities werden gecombineerd met het doorvoeren van het leidersbeginsel tot in de kleinste details van de samenleving. Het gezin was erg belangrijk, waarin een traditionele taakverdeling werd gepropageerd. Vader was kostwinner, moeder deed het huishouden en zorgde voor de kinderen. Het krijgen van kinderen werd sterk aangemoedigd. Sociaal Darwinisme speelde in veel facetten van het leven een rol. Bruut geweld was gewettigd om de ‘traditionele’ normen en waarden te handhaven.

Conclusie.

Duidelijk is dat het fascisme een daadwerkelijke politieke theorie is, een utopische ideologie. Uit de praktijk is gebleken dat het fascisme geen vorm van politieke hondsdolheid of een nihilistische anti-ideologie was. Het was een nieuwe revolutionaire stroming die na de Eerste Wereldoorlog ontstond en die grootse, utopische idealen wilde verwezenlijken. Boven alles streefden fascisten naar een transcendente synthese van alle bevolkingsklassen in een nieuwe, etnisch homogene samenleving. Het ging om een nieuwe ‘Beschaving’, ja zelfs om een nieuwe mens. De verlossing die het fascisme bood was exclusief en gericht op uitsluiting van iedereen die niet in de blauwdruk van het fascistische Utopia paste of ervan verdacht werd de komst ervan te willen verhinderen. Het fascisme is, hoe onaangenaam wij dit ook mogen vinden, diep geworteld in denkbeelden, opvattingen en idealen die al eerder bestonden en wijdverbreid waren.

De eclectische verbinding van 19e eeuwse ideële elementen zoals biologisch racisme, eugenetica, verlossingsantisemitisme, sociaaldarwinisme, extreem nationalisme en völkische denkbeelden, gaf in de periode 1919 – 1945 aan het fascisme de vorm van een uniek revolutionair – utopische ideologie en een massabeweging.

Het aanduiden van het huidige rechts – populisme en het moslim – fundamentalisme als “fascistisch” is om deze reden dus weinig zinvol en kan beter achterwege blijven.

Naschrift:

Omdat ik van mening ben dat politieke desinteresse bij grote groepen van de samenleving, een steeds slechter wordend onderwijssysteem en een steeds machtiger wordende monetaire elite een kweekvijver vormen voor politieke ongelukken, ik het daarom een verstandige zaak vindt, om e.e.a. nog eens onder de aandacht te brengen van de weinige mensen die mijn blog nog de moeite waard vinden om te lezen. Bovendien is mijn blog een goede opslagplaats voor mijn artikelen.

Inmiddels weet ik hoe ik de aanhalingstekens tevoorschijn kan toveren dankzij de geduldige aanwijzingen van mijn echtgenote.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Uncategorized